Bij het ontbreken van een meetbrief of bij weigering om dit stuk te_tonen is het voor het vaststellen van het verschuldigde havengeld noodzakelijk, dat de waterverplaatsing c.q. netto-inhoud van het vaartuig wordt geschat. Het laatste lid van artikel 5 bepaalt mitsdien, dat in deze gevallen de schatting plaats vindt door of namens de Directeur van de Markt- en Eaven- di ens t Artikel 8. Aangezien in artikel 7? onder 1, 2 en 5: is bepaald, dat het verschuldigde havengeld voor een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvol gende dagen geldt, zal moetenworden"vermelddat voorzover geen abonnement is genomen, bij-voortgezet verblijf, het recht opnieuw is .verschuldigd. Indien echter het voortgezette verblijf te wijten is aan stremming van de scheepvaart aocr ijs, of andere redenen van overmacht, is het gewenst dit gedwongen /erulijf van de heffing vrij te' stellen. Artikel 10. Regelt de vrijstellingen. Het verdient o.i. aanbeveling, behalve enkele kleine redactionele wijzigingen aan te brengen, uit overwegingen van algemeenbelang Rode Kruis- en hospitaalschepen ook van het havengeld vrij te Stellen. Om praktische redenen is het gewenst een kort gebruik van een kade, oever of-steiger voor opslag vrij te stellen en de-heffing te doen plaats vinden indien het gebruik langer dan 24 uren duurt. Artikel 14- Ingevolge artikel 1 van de bestaande verordening op de invorde ring van havengeld geschiedt de inning door middel van openbare verpachting, tenzij de Raad besluit dat de inning bij gadering zal geschieden. Tot heden vindt de inning van hot havengeld bij gadering plaats. organisatorische redenen achten \v±j het gêwenst de inning zowel van de havengelden als die van de opslaggelden op fe dragen aan de Directeur van de Markt- en Havendienst. De overige artikelen spreken voor zichzelf en behoeven o.i. geen nadere toelichting. Aan de hand van bovengenoemde tarieven zal de vermoedelijke opbrengst van het havengeld 60.000,per' jaar bedragen. Dè opbrengst aan opslag- gelden kan op 2.500,-- worden geraamd, zodat aan.haven- en opslaggelden 62.5OO,per jaar zal worden ontvangen. Thans wordt wegens haven- en kadegeld respectielijk ongeveer 25*000,-- en f 2.5OO,-- ontvangen. Oncier mededeling, aat de Financiële Commissie en'de Commissie voor het Slachthuis, de Veemarkt en -de Markt- en Havendienst zich met de" voorge stelde tarieven kunnen vereni-gen, steil n wij U voor te besluiten overeen komstig het hierbij gevoegde ontwerp-besluit. Burgemeester en "wethouders van Leeuwarden, J. Tiekst'ra ^.Burgemeester. de Jong Secret an Ho. 17356 DM RAAD DMR GSHMMKT-E-LEMWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Methouders van 17 november 1966 (bijlage no. 360); - BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing van haven- enopslaggeld. Aard van de heffing Artikel 1. Onder de naam van: a. havengeldworden rechten geheven voor vaartuigen die in de gemeente ligplaats innemen in openbaar vaarwater, bij de gemeente in eigendom of in beheer en onderhoud; b. opslaggeld, wordt een recht geheven voor het opslaan van goederen en voorwerpen op kaden, oevers en steigers, bij de gemeente in eigendom of in beheer en onderhoud. Begripsomschrij ving. Artikel 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan"onde-r-: - 1. "vaartuigen": alle soorten van schepen, boten, schuiten e. GUrdrij vende kranen, bokken, baggermolens, zandzuigers en houtvlotten; 2. "m3de eenheid waarin de toelaatbare nuttige waterverplaatsing als bedoeld in het/Koninklijk Besluit van 23 december 1954? Stbl. no. 634? is uitgedrukt; ten aanzien van zeeschepen de eenheid waarin de netto-inhoud is uitge drukt Belastingplicht Artikel 3. I. Het havengeld is verschuldigd door de schipper, gezagvoerder, eige naar, gebruiker of bewoner van het vaartuig, dat in het openbaar vaarwater ligplaats inneemt. Indien op grond van het bepaalde in het vorige lid ten aanzien van hetzelfde vaartuig meer dan één belastingplichtige kan worden aange wezen, zijn allen hoofdelijk voor het voldoen van het verschuldigde recht aansprakelijk met dien verstande, dat betaling door de één de aansprakelijkheid van de ander of anderen opheft. II. Het opslaggeld is verschuldigd door degene, aan wie door of namens de Directeur van de Harkt- en Havendienst eën kade-oever-of steigergedeelte als opslagplaats is toegewezen, of door degene, door wie of op wiens last de terzake benodigde ruimte in gebruik is genomen. Aangifte. Artikel 4- 1De schipper, gezagvoerder., eigenaar, gebruiker of bewoner van een aan het havengeld onderworpen vaartuig die in de. gom onte ligplaats inneemt is gehouden daarvan binnen vierentwintig uur aan de directeur van de Mark en Havendienst aangifte te doen. 2.Bij de onder 1 bedoelde aangifte is de aangever verplicht de geldige meetbrief, of een ander gelijkwaardig document, waaruit de maximum toe laatbare nuttige watorvcrplaatsing of de netto inhoud blijkt, te tonc-n. 3.De aanvraag voor het gebruik van kaden, oevers en steigers, als bedoeld in artikel 1, sub b.dient schriftelijk te geschieden aan de Directeur van de Markt- en Havendienst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 376