L
Het Nieuwe Stads Weeshuis.
Bijlage no. 371
Leeuwarden, 17 november 1966,
Aan de Gemeenteraad.
He met ingang van 1 januari 1965 vervallen Armenwet bepaalde in artikel
1, eerste lid:"Instellingen van Weldadigheid in de zin van deze wet zijn die,
welke armenverzorging, in of buiten gestichten, voortdurend ten doel hebben".
artikel 2 van
burgerlijke
kerkelijke
bijzondere en
verstaan
dooi" haar
"gemeente-
of van harent-
Volgons artikel 2 van die wet werden deze instellingen onderscheiden in;
a.
b.
c
d. gemengde.
Onder burgerlijke instellingen van weldadigheid werden
instellingen, door de burgerlijke overheid geregeld en
wege bestuurd".
Ingevolge artikel 86 van de Algemene Bijstandswet hebben de burgerlijke
instellingen van weldadigheid met ingang van 1 januari 1965 het verlenen van
bijstand (d.i. financiële hulp) moeten staken. Artikel 87 van do Algemene
Bijstandswet luidt:"Be na het in werking treden van de Armenwet opgerichte
burgerlijke instellingen van weldadigheid, tot welker opheffing het gemeente
bestuur bevoegd is, zijn opgeheven".
In ons preadvies d.d. 15 juni 1964 (bijlage nr. 202) inzake de vaststelling
van de "Verordening op de Gemeentelijke Sociale Bienst en de verlening van
bijstand" hebben wij een voorstel omtrent instellingen als bovenbedoeld, voor
zover deze dateren van vóór de inwerkingtreding van de Armenwet (1912), in
uitzicht gesteld.
Be enige instelling van deze categorie in onze gemeente is thans nog het Nieuwe
Stads Weeshuis (verder aan te duiden met de letters N.S.W.). Studie en
overleg omtrent de toekomst van het N.S.W. \iraarvan de doelstelling tengevolge
van genoemd artikel 86 kwam te vervallen, hebben moer tijd gevergd dan wij in
1964 verwachten, zodat wij eerst nu deze aangelegenheid aan U kunnen voorleggen.
Op grond van artikel 88 van de Algemene Bijstandswet moet de Gemeenteraad,
na overleg met hot bestuur van de desbetreffende instelling van weldadigheid
vóór 1 januari 1967 ondox' goedkeuring van Gedeputeerde Staten bepalen of oen
deel en, zo ja, welk deel van het vermogen der instelling in verband met de
overgang van do taak der bijstandsverlening op Burgemeester en Wethouders, op
de Gemeente overgaat.
Wij zijn van oordeel, dat van deze gelqjenheid gebruik moot worden gemaakt
om de structuur van het N.S.W. geheel te herzien. Deze herziening is noodzake
lijk, wil hot N.S.W. een rol van betekenis blijven spelen in het moderne
leven. Het oorspronkelijke doel van het N.S.W. arme stads
daartoe bestemd gesticht te verplegen en op te voeden - zoals
van het Reglement zegt - kan thans niet meer worden nagestreefd, nu
oh geen wezen meer voor verzorging vanwege een dergelijke instelling
in aanmerking komen en het N.S.W. bovendien sinds 1 september 1953 geen eigen
weeshuis meer heeft. In de jaren 1953 - 1964 hoeft het N.S.W. nog wel financië
le bijstand gegeven aan de aan hem toevertrouwde wezen, maar dat kan, zoals
boven gezegd
Er dient dus
vermogen var
a. het N.S.W
meentokas
b. het N.S.W
maatschappelijk
weezen in een
artikel 1
er praktis
S G
derfc 1 januari 1965 niet meer.
een andere bestemming gegeven te worden aan het vrij omvangrijke
het N.S.W.. Dit zou op drie manieren zijn te verwezenlijken.
wordt opgeheven, terwijl het vrijgekomen vermogen zonder meer in de ge-
vloeit
wordt opgeheven en de Gemeente brengt het vrijgekomen vermogen in
een nieuwe stichting in;
het N.S.W. wordt niet opgeheven, doch de statuten worden volledig herzien.