van 14 te hoog is. V/ij achten een maximum-aantal van 12 leerlingen aanvaard
baar, maar zijn ook van,..-oordeel, dat het stellen van een minimum-aantal van
6 noodzakelijk' is.
In plaats van het huidige artikel 14 wordt een enigszins anders en duide-;
lijker geredigeerd artikel 13 voorgesteld.
riet voorgestelde artikel 14 betekent in vrezen niet anders dan het vast
leggen van hetgeen uiteraard al in de praktijk gebeurt.
Mede op verzoek van de cursus-hoofden stellen wij voor de leeftijdsgrens
van 21 jaren, opgenomen in het geldend artikel 15, geheel te laten vervallen.
Haar onze mening, verdient het toejuiching, wanneer oudere personen belang
stelling hebben voor verder onderricht.
b-i-sr en daar hebben wij voorts enkele redactiewijzigingen aangebracht.
Uit een oogpunt van overzichtelijkheid menen wij, dat vaststelling van eer
geheel nieuwe verordening wenselijk is.
Alvorens bijgaand concept aan aan te bieden, hebben wij het oordeel
Hierover noggevraagd van de hoofden van de drie in deze gemeente gevestigde
cursussen. Uit hun bij de stukken liggende brief van 1 september j.l. blijkt.
4at S1J in het algemeen zeer ingenomen zijn met de voorgestelde regeling. De'
door nen bedoelde inconsequentie met betrekking tot hot getal 15 ten opzichte
van artikel n, alwaar het getal 12 is genoemd, achten wij echter niet aan-
l' minimum-aantal leerlingen van 15 is bedoeld als een minimum voor
net starten van het onderwijs bij een nieuw cursusjaar.
Aan ie andeie opmerkingenvan zeer ondergeschikte betekenis overigens,
zijn wij voor een groot gedeelte tegemoet gekomen.
Aangezien verschillende omstandigheden (o.a. de mogelijkheid van het tot
standkomen van een rijksregeling voor deze soort van onderwijs) vertragend
hebben gewerkt op de aanbieding van de voorgestelde concept-verordening,
menen wij, dat in het belang van de leerkrachten aan artikel 9, terugwerkende
kracht dient te worden verleend tot 1 januari 1964
Wij geven U m overweging over te gaan tot de vaststelling van de verorde
ning, waarvan het ontwerp hierna is opgenomen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. Tiekstra 1.Burgemeester.
de Jong
Secretaris.
Ho. 16357
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 december
1966 (bijlage no. 382),
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
VERORDENING op de gemeentelijke cursus voor
onderwijs aan oud-leerlingen van scholen voor
buitengewoon lager onderwijs.
Artikel 1
Aan hen, die onderwijs aan een school voor buitengewoon lager onder
wijs hebben genoten, en aan hen, die daarmede naar het oordeel van
Burgemeester en Wethouders gelijk gesteld kunnen worden, wordt vanwege
de Gemeente gelegenheid gegeven kosteloos verder onderwijs te ontvangen.
Artikel 2.
Het onderwijs wordt aan jongens en meisjes afzonderlijk gegeven in een
of meer door Burgemeester en Wethouders daarvoor aangewezen lokaliteiten.
Artikel 3»
1. Het onderwijs kan omvatten herhaling en aanvulling van het onder
wijs, dat op een dagschool voor buitengewoon lager onderwijs wordt ge
geven. Bijzondere aandacht wordt daarbij geschonken aan de vakken handen
arbeid, tekenen en gymnastiek. De vrouwelijke leerlingen kunnen voorts
huishoudonderwijs en onderwijs in de nuttige handwerken ontvangen.
2. Het onderwijs kan gericht zijn op deelneming aan daarvoor in aan
merking komende examens.
Artikel 4°
1Vóór de aanvang van het cursusjaar zendt het hoofd van de cursus
de lesrooster in aan Burgemeester en Wethouders.
2. Op deze lesrooster worden uren iutgetrokken voor ontspanning, als-r
mede voor het bijbrengen van een goed inzicht in nuttige vrije-tijdsbe-
steding.
Artikel 5
1. Het cursusjaar loopt van 1 augustus - 1 augustus.
2. Als regel wordt les gegeven gedurende twee of drie avonden per
week in het tijdvak van 1 september - 1 juni en gedurende één avond per
week in het tijdvak van1 juni - 1 september.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen in overleg met het hoofd van de
cursus van het bepaalde in het tweede lid afwijken.
4. Burgemeester en Wethouders stellen na overleg met het hoofd van de
cursus de lestijden vast.
5» De vakanties zijn gelijk aan die van de openbare scholen voor buiten
gewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen.