- 2 -
Artikel 6.
1 Het hoofcl e'n de overige leerkrachten worden door Burgemeester en
Wethouders benoemd voor ten hoogste een cursusjaar, zoveel mogelijk uit
het personeel van de openbare scholen voor buitengewoon lager onderwijs.
2. Burgemeester en Wethouders schorsen en ontslaan het hoofd en de
overige leerkrachten.
3- Omtrent de benoeming van de overige leerkrachten winnen Burgemees
ter en Wethouders het advies in van het hoofd van de cursus.
4» Aan het hoofd van de cursus wordt tevens een deel van het onder
wijs opgedragen.
Artikel
1Na ingewonnen advies van het hoofd wijzen Burgemeester en Wethou
ders een der leerkrachten aan om het hoofd bij ontstentenis of verhinde
ring te vervangen.
2. Bij vervanging gedurende meer dan 14 achtereenvolgende dagen wordt
aan de plaatsvervanger over het tijdvak van de vervanging na die 14 dagen
een toelage toegekend, berekend naar het bedrag der toelage, welke het
hoofd geniet.
Artikel 8.
1Bij ontstentenis of verhindering van een der leerkrachten wordt zoJ
veel mogelijk door het overige personeel, volgens aanwijzing van het hoofd!
in de waarneming der lessen voorzien.
2. Mocht deze voorziening langer dan 14 dagen duren, dan geschiedt de
voortzetting daarvan niet dan onder goedkeuring van Burgemeester en Wet
houders. In het laatste geval wordt voor de extra opgedragen lessen een
beloning toegekend.
3» Kan op de wijze, als in de beide voorgaande leden bepaald, niet be
hoorlijk in het onderwijs worden voorzien, dan kunnen Burgemeester en Wet
houders, in overleg met het hoofd, de waarneming van de lessen tijdelijk
aan iemand buiten het personeel van de cursus opdragen.
Artikel 9°
1De beloning van de leerkrachten is voor elk wekelijks lesuur van 60
minuten gelijk aan die van de vakonderwijzers in de handenarbeid met maxi
mum salaris-anciënniteit en in het bezit van de lagere akte of de aanteke
ning voor dat vak aan scholen voor gewoon lager onderwijs.
2. I-Iet hoofd van de cursus ontvangt bovendien een toelage ten bedrage
van de helft van de in het eerste lid bedoelde beloning voor één wekelijks
lesuur
3- Burgemeester en Wethouders stellen de beloning vast. Zij beslissen
daarbij tevens in hoeverre verhogingen, uitkeringen en toelagen,welke aan
de in het eerste lid bedoelde vakonderwijzers worden toegekend, ook voor
de leerkrachten van de cursus zullen gelden.
Artikel 10.
In geval van ziekte of ongeval beslissen Burgemeester en Wethouders om
trent de doorbetaling van de beloning. Deze doorbetaling eindigt in elk
geval op het einde van het cursusjaar. Zij richten zich overigens zoveel
mogelijic naar de bepalingen van het Verlof besluit lager onderwijs.
- 3 -
Artikel 11
1Burgemeester en Wethouders beslissen over de toelating van de
leerlingen.
2o Na overleg met het hoofd van-de cursus bepalen zij het aantal
leerlingen per klas of afdeling, met dien verstande, dat, behoudens .in bij
zondere omstandigheden, niet meer dan 12 en niet minder dan 6 leerlingen'
in één klas of afdeling worden geplaatst.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen verlangen, dat het hoofd hun na
afloop van elke maand kennis geeft van het bezoek aan de cursus door over
legging van een presentielijst per klasse of afdeling, vermeldende de
namen van de leerlingen, die op de betreffende avonden in die maand de
cursus hebben bezocht.
Artikel 12.
1. Indien bij de aanvang van een nieuw cursusjaar minder dan 15 leer
lingen aanwezig zijn worden de lessen niet gegeven.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen het onderwijs aan de cursus te
allen tijde geheel of gedeeltelijk doen staken, indien wegens tussen
tijds vertrek of om andere redenen niet een voldoend aantal leerlingen
als werkelijk de cursus bezoekend blijft ingeschreven.
3. Indien de cursus op 5 achtereenvolgende cursusdagen door minder
dan 10 leerlingen wordt bezocht doet het hoofd onverwijld een voorstel
aan Burgemeester en Wethouder het onder-wijs tijdelijk te beëindigen.
Artikel 13»
Wanneer dit geen vermeerdering van het aantal klassen of afdelingen
tot gevolg heeft, kunnen, naar het oordeel van het hoofd van de cursus
daarvoor in aanmerking komende leerlingen van een school voor buitenge
woon lager onderwijs, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders,
worden toegelaten.
Artikel 14»
De kosten van aanschaffing en onderhoud van de leermiddelen en materi
alen voor de cursus komen ten laste van de Gemeente.
Artikel 15»
1Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening cursus
oud-leerlingen b.l.o.".
2. Deze verordening werkt terug tot 1 september 1966, met uitzondering
van artikel 95 dat terugwerkt tot 1 januari 1964*
3. Gerekend met ingang van 1 september 1966 vervalt de "Verordening
op de cursus oud-leerlingen B.L.O." (Gemeentebladen 1951no. 17 en
1961no. 13)
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorz itter
Secretaris.