5. het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan ge heven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de levering voor rekening van de koopster; No. 18358 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstelvan Burgemeester en Wethouders van 8 december 1966 (bijlage no. 383); BESLUIT: aan de Stichting tot oprichting en instandhouding van één of meer chris telijke scholen voor buitengewoon lager onderwijs voor Leeuwarden en omgeving, gevestigd te Leeuwarden:, te verkopen een perceel bouwterrein, ter grootte van plm. 26p0 m2, gelegen aan de westzijde van de Tylkedam, deel uitmakende van de percelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E, nos. 4370 4282, welk te verkopen perceel op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd is aangegeven, voor een prijs berekend naar 30,-- per m2, en verder onder de volgende bedingen: 1de juiste begrenzing van het terrein zal door de landmeetkundig ambt naar van de dienst der Openbare V/erken van de gemeente Leeuwarden te plaatse worden uitgezet, die daarna de oppervlakte van het verkochte zal berekenen; deze oppervlakte dient ter berekening van de defini tieve koopsom; over- of ondermaat tengevolge van daarna ambtshalve plaatsvindende kadastrale opmeting van het verkochte kan geen aan leiding geven tot verhoging of verlaging van de koopsom; 2. koopster aanvaardt het terrein vrij van hypotheek, beslag en huur en verder met alle lusten, lasten, plichten, erfdienstbaarheden enz., daartoe van ouds en met recht behorende; het tex'rein wordt van ge meentewege opgehoogd tot 10 cm beneden de achterkant van het trottoi langs de westzijde van de Tylkedam; 3» alle op de grondoverdracht vallende kosten, daaronder begrepen die van de levering van een afschrift van de akte hen behoeve van liet Gemeente-archief en die van de verrichtingen van de landmeetkundig ambtenaar, bedoeld onder punt 1, komen voor rekening van de koopster; 4- de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van overdracht 6. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 7- partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter Pre-advies betreffende klacht mevr. Tell-de Jong inzake doorberekening over- verbruik water Bijlage no. 384. Leeuwarden, 8 december 1966. Aan de Gemeenteraad. In verband met de brief, die mevr. Tell-de Jong, wonende Mariahof 24, tot Uw Raad heeft gericht inzake het in rekening gestelde oververbruik van water, delen wij U het volgende mede. Een groot aantal woningen van de Gemeente en de woningbouwcorporaties zijn door middel van een collectieve aansluiting op het waterleidingnet van de N.V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden aangesloten. De betreffende bewoners betaalden tot nu toe voor hun waterverbruik een vast bedrag per kwartaal, dat in gedeelten, tegelijk met de verschuldigde huur prijs, door het Woningbedrijf werd geïnd. Op grond van de gewijzigde voor waarden van de N.V. I.W.G.L. dient thans elke woning door middel van een afzonderlijke toevoerleiding op het waterleidingnet van de genoemde N.V. te worden aangesloten. Het waterleveringsbedrijf is dan in staat door middel van een te plaatsen meter het waterverbruik per woning te meten. Het oververbruik, waaronder wordt verstaan de afgenomen hoeveelheid water boven het kwantum waarop het "vast recht" is gebaseerd, kan dan voor elke bewoner afzonderlijk worden bepaald en aan hem in rekening worden gebracht. De I.W.G.L. heeft de Gemeente en de woningbouwcorporaties verzocht de collectieve aansluitingen te doen vervangen door individuele aansluitingen. Dit betreft in totaal rond 1500 woningen. Met het aanbrengen van individuele aansluitingen is een groot bedrag gemoeid. Hoewel de I.W.G.L. bereid is een bijdrage in de kosten te verlenen, kunnen de lasten van deze voorziening niet binnen het kader van de normale woningexploitatie worden gedekt. Wij hebben daarom de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening verzocht te dezer zake financiële medewerking te verlenen voorzover de te nemen maatregelen betrekking hebben op woningen, ten aanzien waarvan een financiële band met het Rijk bestaat. Op dit verzoek hebben wij nog geen antwoord ontvangen. Er moet echter rekening mee worden gehouden, dat een belangrijk deel van de kosten voor rekening van de Gemeente en de woningbouwcorporaties komt. Te zijner tijd zullen wij U terzake voorstellen doen. Vooruitlopend op de wijziging van de gemeenschappelijke watertoevoer- leidingen in individuele aansluitingen op het waterleidingnet, heeft de I.W.G.L. thans in de collectieve watertoevoerleidingen van complexen gemeentewoningen watermeters geplaatst. Het geconstateerde oververbruik per groep woningen is aan het Woningbedrijf in rekening gesteld en door dit bedrijf aan de bewoners van de aangesloten woningen doorberekend door middel van een hoofdelijke omslag. Dat de Gemeente hiertoe gerechtigd is kan o.i. worden afgeleid uit artikel 6, punt 1, van de Huurverordening van het Woningbedrijf, waarin is bepaald: "Tegelijk met de huurprijs dienen de kosten van waterlevering en eventueel tonnenbelasting te worden voldaan. De hoeveelheid water welke in een periode meer is gebruikt dan het aantal kubieke meters, waarnaar de vooruitbetaalde vergoeding is berekend, dient afzonderlijk te worden betaald". Het totale oververbruik van de collectief op het waterleidingnet aange sloten gemeentewoningen beliep in het 2e kwartaal 1966 een bedrag van f. 833,50. Indien het oververbruik niet voor elke bewoner afzonderlijk kan worden vastgesteld dient naar onze mening de groep bewoners gezamenlijk de kosten hiervan te dragen. Wij hebben begrip voor de bezwaren van sommige bewoners, die zich gedupeerd voelen, omdat zij naar hun gevoel moeten be talen voor het extra waterverbruik van anderen, maar dit bezwaar is nu een maal verbonden aan de collectieve aansluiting. Een andere praktische ver deelsleutel is naar onze mening niet te vinden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 430