Ho. 18549 BE RAAB BER GEMEENTE LEEUWARBEN Beschikkende op het door de heer H. Altera te Leeuwarden bij schrij ven van 21 november 1966, ingekomen op 23 november 1966, ingestelde be roep tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 28 oktober 1966, verzonden op 4 november 1966, waarbij de gevraagde vergunning voor het bouwen van een tuinhuisje bi de woning Bisschopstraat 1, alnrer, xs geweigerd; overwegende, dat tegen het ontwerp van het tuinhuisje uit welstands overwegingen overwegende bezwaren bestaan; dat het bouwplan qua situering en toe te passen materialen in strijd 18 met de desbetreffende artikelen van de Bouwverordening voor het stads- DlGu J dat, nu blijkt dat het tuinhuisje tevens zal worden gebruikt voor het stallen van een auto, het bouwplan bovendien in strijd is met het bepaalde in artikel 43, lid 2, van genoemde bouwerordening.; dat Burgemeester en Wethouders de gevraagde vergunning dan ook tereent heoben geweigerd; ioag^le? het voorst?1 van Burgemeester en Wethouders d.d. 8 december 1966 bijlage no. 393); gelet op artikel 51 van de Woningwet; B E. S L U I T de gevraagde voorziening ongegrond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris Beroep van de firma J.F. Wiersma Kzn. standplaatsen bij het station. Zn. tegen de verdeling van de taxi- Bijlage no. 394. Leeuwarden, 8 december 1966. Aan de Gemeenteraad. Naar aanleiding van het ons in Uw vergadering van 7 november j.l. om pread vies in handen gestelde beroep van de firma J.E. Wiersma Kzn. Zn. tegen de verdeling der taxistandplaatsen bij het station delen wij U het volgende mede. Zoals U bekend is, heeft de onlangs tot stand gekomen reconstructie van het stationsplein onder meer tot gevolg gehad, dat de standplaats van de aldaar gestationeerde huurauto's ingrijpend is gewijzigd. Stonden deze auto's voorheen naast elkaar opgesteld, thans -wordt standplaats ingenomen volgens het zogenaamde gootsysteem, dat met zich meebrengt, dat de auto's langs de zuidzijde van een langgerekte perronstrook tegenover het station worden opgesteld. Het vervoer, dat ter plaatse uitsluitend in de richting west-oost is toegestaa.n, mag uit sluitend worden uitgevoerd met de auto, die de voorste, meest oostelijke,plaats in de rij inneemtwaarbij telkens opschuiving in oostelijke richting plaats vindt Reeds bij de behandeling van het beroep van de heer K, van Eijck togen de weigering van een taxivergunning bij het station in 1960 deelden wij ümede, dat invoering van een dergelijk gootsysteem door ons college werd overwogen (bij lage no. 69). Bij de behandeling van een tweede beroep van de heer Van Eijck in 1962 is het gootsysteem opnieuw ter sprake gekomen (bijlage no. 152). Een en andermaal is ook in Uw vergadering waardering uitgesproken voor dit systeem, waarvan de realisering door verschillende omstandigheden eerst in dit najaar mogelijk is gebleken, Be tot dusverre daarmede opgedane ervaringen zijn alleszins gunstig. Tot de invoering van het gootsysteem genoot de firma J.P. Wiersma Kzn. Zn. bij het station voor haar huurauto's een zekere prioriteit en wel in dier voege, dat de andere vergunninghoudster bij het station, de firma C-ebr. van Eijok—Zilvertax (voorheen J.A. van Kampen) slechts dan gerechtigd was vervoer aan te nemen, wanneer geen wagens van de firma Wiersma op de standplaats aanwe zig v/aren. Omdat het ontbreken van prioriteit nu eenmaal inherent is aan het gootsysteem, hebben wij bij besluit van 23 september 19665 no. 14236, do ten name van beide meergenoemde firma's lopende vergunningen ingetrokken, onder gelijktijdige verlening, per 1 oktober, van nieuwe vergunningen, waarvan de voorwaarden op de nieuwe situatie zijn afgestemd. In dit verband zij opgemerkt, dat reeds sinds 1963 in de desbetreffende, telkens voor een jaar verleende stand plaatsvergunningen de clausule was opgenomen, dat tussentijdse opzegging daarvan op grond van de ter plotse bestaande reconstructieplannen steeds mogelijl: zou zijn. Van ons besluit van 23 september j.l., dat werd gepubliceerd op 26 septem ber d.a.v., is de firma Wiersma in beroep gekomen binnen de in artikel 11, vier de lid, van de Huurautoverordening gestelde termijn, zodat zij in haar beroep kan worden ontvangen. In het beroepschrift wordt aangevoerd, dat adressante, die naast haar huurautobedrijf nog een garagebedrijf met enkele dealerschappen uitoefent, zich in de loop der jaren steeds meer heeft gespecialiseerd op het stationsvorvoer waardoor het zogenaamde telefoonwerk geheel op de achtergrond is geraakt. Iïet aanvaardbaar bestaan, dat adressante tot de invoering van het gootsysteem uit het stationsvervoer genoot, wordt naar haar oordeel ernstig in gevaar gebracht, nu de voorheen voor haar geldende voorrang is vervallen. Adressante verzoekt daarom de onlangs verleende vergunning aldus te wijzi gen, dat zij de haar vanouds verleende voorrang terugkrijgt, hetgeen zou moeten impliceren, dat haar auto's steeds gerechtigd zijn de eerste plaatsen in de goot te bezetten en dat de auto's van de andere standplaatshoudster deze plaat sen alleen mogen bezetten zo lang geen vragen van adressante ter plaatse aanwe zig is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 454