woningen niet op een stedebouwkundig verantwoorde wijze mogelijk is. De
op do bouwtekening geprojecteerde stedebouwkundige situatie was dan ook
niet aanvaardbaar. Het spreekt derhalve van zelf, dat wij onmogelijk
medewerking konden verlenen aan de bouw van de gedachte bejaardenwoning.
Wij hebben daarom bij ons besluit van 22 oktober 1965; no. B2860, afwijzend
beschikt op het verzoek om bouwvergunning. Dit besluit ligt voor U bij de
stukken tor inzage. Naar onze mening is vergunning wegens strijdigheid mot
de geldende stedebouwkundige bestemming terecht geweigerd. Wij geven U dan
ook in overweging hot ingestelde beroep tegen ons besluit ongegrond te
verklaren en daartoe een besluit te nemen als in ontwerp hieronder is
afgedrukt
Reeds vóór de weigering van de gevraagde bouwvergunning hebben wij echter
nagegaan of toch niet op enige wijze tegemoet zou kunnen worden gekomen,
aan de verlangens van de heer Visser. Wij hebben daarom de heer Visser
tegelijk met de toezending van het weigeringsbesluit medegedeeld, dat het
wellicht mogelijk zou zijn op het overgebleven terreingedeelte één goede
woning te bouwen, waarmede uiteraard is bedoeld een, uit stedebouwkundig
en architectonisch oogpunt, verantwoorde woning en wij hebben hem in over
weging gegeven zich daaromtrent met de gemeentelijke stedebouwkundige in
verbinding te stellen.
Zoals uit de brief van de heer Visser blijkt hebben ook deze onderhande
lingen geen resulaat gehad. Wel bleek daarbij, dat de oostelijke grens met
het westelijk gelegen terrein, waarop een z.g. Bogao.rswoning is gebouwd,
niet juist was weergegeven. Het beschikbare terrein bleek iets groter
Lic* zijn aan aanvankelijk was aangegeven.
Na deze besprekingen is de heer Visser bij Uw Raad in beroep gekomen. Bij
hét beroepschrift heeft hij een nieuwe bouwtekening met situatieschets in
gediend, waarop de oostgrens van het westelijk gelegen perceel juist is
weergegeven. Aangezien het terrein inderdaad voor één woning aan de grote,
evenwel niet te grote, kant is, hebben wij de stedebouwkundige verzocht
deze zaak opnieuw te bezien. Het resultaat van de overwegingen van de
stedebouwkundige is weergegeven op een voor U bij de stukken ter inzage
gelegde schetstekening. Hieruit moge U blijken, dat naar de mening van do
stedebouwkundigewelke mening wij geheel kunnen delen, de bouw van maxi
maal twee woningen op het terrein verantwoord is. Hoewel het ons bekend
is, dat do heer Visser twee woningen te weinig acht, hebben wij gemeend,
ons standpunt in dezen te moeten handhaven en wij zijn in principe bereid
aan de bouw van deze twee woningen medewerking te verlenen. Alhoewel het
voor Uw Raad in dit stadium niet mogelijk is over deze aangelegenheid een
besluit to nemen, meenden wij. toch goed te doen IJ daaromtrent uitvoerig in
te lichten. Wij geven IJ in overweging deze beschouwing voor kennisgeving
aan te ncmon cn eventuele voorstellen onzerzijds inzake wijziging van do tor
plaatse geldende bestemmingsregoling af te vrachten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
Harmsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No. 9189
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Beschikkende op het door W.J. Visser te Wirdum bij schrijven van
20 november 1965» ingekomen 22 november 1965ingestelde beroep tegen
hot besluit van Burgemeester en Wethouders van 22 oktober 1965? Qo*
B2860, verzonden op 1 november 1965) waarbij de door J.W. Visser to
Wirdum gevraagde vergunning voor do bouw van één bejaardenwoning op
een terrein aan de noordzijde van de Swichumc-rdyk te Wirdum is ge
weigerd;
Overwegende, dat ingevolge het ter plaatse geldende uitbreidings
plan in hoofdzaken der gemeente Leeuwarderadeel de grond, waarop de
woning is geprojecteerd, is bestemd voor landbouw, tuinbouw en vee
teelt met bijbehorende bedrijfsgebouwen;
dat het bouwplan derhalve in strijd is met het ter plaatse gelden
de uitbreidingsplan;
dat Burgemeester en Wethouders de gevraagde vergunning dan ook
terecht hebben geweigerd-;-
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 21 juni
1966 (bijlage no. 208);
golet op artikel 51 van de Woningwet alsmede op artikel 24, vijfde
lid, van de Bouwverordening;
BESLUIT:
do gevraagde voorziening ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris