Wijziging "uitkerings-en pensioenverordening Wethouders 1963".
Bijlage no. 213. Leeuwarden, 8 juli 1966.
Aan de Gemeenteraad.
Bij wet van 6 januari 1966 (stbl, 4) is in artikel VII onder meer
gewijzigd de wet van 1 augustus 1956, Stb. 455» houdende de toekenning
van een uitkering en een pensioen aan gewezen ministers, staatssecretaris
sen, leden van Gedeputeerde Staten ener provincie en wethouders ener
gemeente, zomede van een pensioen aan hun weduwen en wezen.
Deze wijziging heeft betrekking op de wijziging van de overheids
pensioenwetgeving, welke verband houdt met de Pensioenmaatregelen 1963.
In verband met het bovenstaande is het noodzakelijk, dat de uitke
rings- en pensioenverordening wethouders 1963, welke in Uw vergadering van
2 februari 1966 is vastgesteld en welke geacht werd in werking te zijn ge
treden met ingang van 1 januari 1963, met ingang van laatstgenoemde datum
wordt gewijzigd. De ontworpen wijzigingen stemmen geheel overeen met de
wijzigingen aangebracht in eerdergenoemde wet.
Wij merken nog op, dat per 1 januari 1965 het percentage van de com
pensatie voor te betalen premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet, en de
Algemene Weduwen- en Wezenwet is verhoogd van 5,6 tot 7,1 zodat ook
op dit punt een wijziging van het desbetreffende artikel van de verorde
ning noodzakelijk is.
Gelet op het bovenstaande mogen wij Uw Raad in overweging geven over
te gaan tot vaststelling van het hierna afgedrukte ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
Harmsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.