- 2 -
In artikel o4, lid. 1, onder a. en b. wordt het noord "kon" gewijzigd in
"kommen"
In artikel 56, lid 1, wordt tv/eenaal voor hot noord "kon" gelezen "kommen".
Artikel 68, lid 1, crd. fc gelezen:
"Vloeren van ruimten van tot bewoning bestemde gebouwen, met. uitzondering
van vloeren van bergplaatoen en kelders en van toegangen tot bergplaatsen
en kolders, moeten tenminste liggen:
a.'20 om boven de hoogte van de weg.
b. 15 om boven het bij hot gebouw aansluitend erf, indien dit erf hoger
ligt dan de weg",
en in lid 2 wordt de ma. t van "45 cm" gewijzigd in "50 cm",
Artikel 156, lid 1 wordt gelezen:
"Het in artikel 135» lid 1, bedoelde middel moet voor een tot bewoning
bestond gebouw bestaan uit een aansluiting aan het distributienet van de
waterleiding, indien:
a. het gebouw ligt op ten hoogste 50 m afstand van de as van de "eg, waar
in of waarlangs de dichtstbijzijnde leiding van het 'distributienet is
gelegen, of, wanneer deze leiding niet in of langs een weg is gelegen,
het gobouw ligt op ten hoogste 50 m af stand van de leiding zelf, dan
wel
b. het gebouw ligt op een grotere afstand dan onder a. bedoeld.» doch de
kosten van aansluiting voor betrokkene niet hoger zijn dan bij een af
stand van 50 m".
Artikel 157, lid 1, onder b. en c. wordt gelezen als volgt:
"b. op ten hoogste 50 m afstand ligt van de as van de weg, waarin of waar
langs in do eerstvolgende jaren een leiding van het distributienet zal
v/orden aangelegd, of, wanneer het tracé van de aan te leggen leiding niet
in of, langs een weg is geprojecteerd, op ten hoogste 5C m afstand ligt
van net tracé van de aan te leggen 1-siding zelf, dan wel
c. op een grotere afstand ligt dan onder b bedoeld, doch met niet hogere
kosten dan een onder b bedoeld gebouw in de eerstvolgende jaren zal kun
nen wórden aangesloten aan een.dan aan te léggen leiding van het;distri
butienet.
Artikel 161. lid 2, tweede zin, wordt gelezen als volgt:
"Voor palen ter lengte van 7 k en meer dient do omtrek, .gemeten op 1 O van
de kop, tenminste 75 cm te bedragen; voor alen korter-dan 1 a tenminste
50 cm".
Artikel 162 wordt gewijzigd als volgt:
In de eerste regel van lid 2 vervalt het woord "steenachtig".
Toegevoegd wordt een vijfde lid, luidende als volgt:
"5Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de samenstelling en
do dikte van de in lid 1 bedoelde bodemafsluiting".
In artikel 216 vervalt lid. 3.
In artikel 255, lid 2 vervalt met eerste woordje "op".
Artikel 240» leden 1, 2 en y /orden gelezen:
"1. Afvoorleidingen moeten in de door Burgemeester en Wethouders aangewezen
gebieden zijn aangesloten aan een openbaar riool, voorzover krachtens
lid 4, onder a, geen andere wijze van lozing wordt voor ge sc/.roven
2. kot uitzondering van de gevallen waarin zulks in bijzondere omstandig
heden door .burgemeester en Wethouders wordt geëist, mogen in afvoer-
leidingen van drekstoffen, aangesloten aan oen openbaar riool, geen
beerputten of rotting/putten voorkomen.
y. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de hoogte waarop
afvoorleidingen do pavel van het gebouw dan wel de wens van net bouw
terrein kruisen, en de plaats en hoogte van de dioor hen krachtens het
tweede lid geëiste rottingsputten.
Aan artikel 246 wordt oon nieuw lid 3 toegevoegd luidende:
"5.Als nadere eis kan worden gesteld, dat:
a. de lozingstoestellen van een ontluchtingsbuis worden voorzien,
welke bovendalcs uitmondt;
b. van gemeentewege aan een gebouw een ontluchtingsbuis van hot straat
riool wordt aangebracht".
In artikel 270 wordt voor "Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid"
gelezen: "Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening".
In artikel 265 wordt voor "Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid"
gelezen: "minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening".
In artikel 207, lid 1, onder a, tweede regel, wordt het woord "of" ver
vangen door een komma en achter "-waterschap" tussengevoegd'bf door oen
ruilvorkavolingoconnisoio
Artiucl 290, lid 1, onder d, sub y, wordt gelezen:
"3- voor zover daaromtrent voorschriften, als bedoeld onder d, sub 1 en 2,
ontbreken:
A. in do bebouwde kon der stad een breedte hebben van tenminste 5m en over
die breedte zijn verward;
i. in do bebouwde kommen der dorpen een breedte nebben van tenminste 6 m
en over een breedte van ton minste 2.50 zijn verhard;
1. buiten do bebouwde hommen een breedte hebben van tenminste 7m on over
een breedte van tenminste 2.50 m zijn verhard".
Artikel 294. lid 1, laatste zin wordt gelozon:
"De hoogte van het erf moet aansluitend bij het gebouw tenminste 15 om
boven do wegkant zijn".
In artikel 295, lid 1, wordt het woord "zand" vervangen door :"zand of
puinvrijo grond".
Artikel 518 vervalt
Artikel 525. lid 2 wordt gelezen:
"2 het in het vorige lid bedoelde middel moot bestaan uit een aansluiting
aan hot distributienet van de waterleiding, indien het gebouw zich bevindt
op oen afstand van ten hoogste 50m van do as van de weg, waarin of waar
langs een leiding van het distributienet is gelogen, of, wanneer deze
leiding niet in of langs een weg is gelegen, hot gebouw zich bevindt op een
afstand van ten hoogste 5Om van de leiding zelf, dan wel het gebouw zich
op oon grotore afstand bevindt, indien do kosten van aansluiting voor de
betrokkene niet hoger zijn dan bij een afstand van 50m".
m artikel 5v5 wordt de punt aan het slot vervangen door een komma, waarna
volgen de woordensen zo nodig worden gorioleord".
In artikel 372, lid 2, wordt "g" veranderd in "h", on wordt een niouw sub
ingevoegd, luidende:
"g. het gereedkomen van do in artikel 162 bedoelde bodemafsluiting of de
in artikel 184 bedoelde bescherming"
In arti.-ol y lid 2, onder a. wordt "1,5'm" gewijzigd in 0y
Artikel 390 wordt als volgt gewijzigd:
Ia lid 2 worden na do tweede en voor de laatste zin de volgende zinnen
tussengevoegd"Alvorens de gemeenteraad zijn beslissing noemt, wordt dege
ne, die hot beroep heeft ingesteld, dc gelegenheid gegeven zijn boroopsohrif
ton overstaan van een lid van het College van Burgemeester en Y/ëthouders
mondeling toe te lichten. Proces-verbaal wordt hiervan aan do gemeenteraad
overgelc f.