No. 4028.
DE EAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 maart
1967 ("bijlage no. 80
BESLUIT
I. tot het aanleggen van parkeerhavens langs de noord-west-zijde van
de Van Loonstraat, overeenkomstig de bij dit besluit behorende tekc
ning no. ZWI-25-01
II. voor do uitvoering van het onder I bedoelde werk een krediet be
schikbaar te stellen van 35-000,--.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verkoop overbodig depot uit het museum "Het Prinoessehof
Bijlage no. 81. Leeuwarden, 2 maart 1967-
Aan de Gemeenteraad.
De directeur van het gemeentelijk museum "Het Prinoessehof" heeft ons
verzocht de depots van het museum te mogen ontlasten van die voorwerpen,
behorende tot de gemeentelijke verzamelingen, die voor het museum noch voor
de studiedepots van belang zijn, dan wel beschouwd kunnen worden als over
bodige doubletten, waarvan inde opstelling en in de depots betere exemplaren
aanwezig zijn.
Bij de ter inzage gelegde stukken treft U een lijst aan van de voorwerpen
van voornamelijk non-keramische kunstnijverheid, die na een serieuze schif
ting als "overbodig" worden bestempeld. Uit de inventarisatie-aanduidingen
op deze lijst blijkt dat de uitgeschifte voorwerpen uitsluitend deel uit
maken van de gemeentelijke verzamelingen Anne van der Meulen (GAM) en Museum
Prinoessehof (GMP).
De verzamelmethode van zowel voornoemde Anne van der Meulen als van nota
ris Ottema was er op gericht zoveel mogelijk voorwerpen te vergaren om eerst
later tot schifting over te gaan; in de loop der jaren heeft dit de vorming
van een vrij aanzienlijke ballast in de hand gewerkt.
Tijdens zijn conservatorschap over het museum maakte notaris Ottema reeds
gebruik van een verkooplijst van onbelangrijke stukken en hij decreteerde
zelfs kort voor zijn overlijden in een geschrift, dat alle niet-keramiek
ten bate van de veredeling ran de keramische collecties te gelde gemaakt kon
worden. Ook de Ottema-Kingma Stichting heeft in latere jaren schiftingen in
de haar in eigendom behorende collecties tot stand gebracht, waarna de vrij
komende voorwerpen hun weg vonden naar de veiling.
Grote hoeveelheden overbodig depot eisen echter nog steeds ruimte, als ook
mankracht ten behoeve van een geregeld onderhoud.
De directeur heeft in samenwerking met de heer A.C. Beeling, antiquair
hier ter stede, de stukken uitgezocht, die naar hun mening voor opruiming in
aanmerking zouden komen.
Teneinde echter volledig verantwoord te zijn, hebben wij, in overleg
met de directeur, gemeend ons te moeten doen adviseren door een deskundig
buitenstaander. Wij hebben daartoe mej. drs. A. Djajasoebrataconservatrice
aan het museum voor Land- en Volkenkunde te Botterdam, bereid gevonden.
In een gezamenlijke verklaring van de drie hierboven genoemden wordt gecon
cludeerd, dat de in de lijsten opgenomen voorwerpen als ballast dan wel als
overbodige doubletten kunnen worden aangemerkt.
Met het oog op de op handen zijnde realisering van de verbouw- en uit
breidingsplannon van het museum, waarmee een herindeling van de opstelling
der collecties gepaard zal gaan, lijkt het tijdstip juist gekozen thans over
te gaan tot een kritische beoordeling van wat wel en wat niet voor dit museum
dan wel voor de studiedepots, nu en in de toekomst, van belang is.
Bij opruimingen door de Ottema-Kingma Stichting is in het verleden gebleken,
dat veiling van voorwerpen van kunst en kunstnijverheid door tussenkomst van
de firma Mak van Waay te Amsterdam het gunstigste resultaat afwerpt.
De directeur verzoekt dan ook om machtiging de uitgekozen voorwerpen
daarheen te mogen zenden, met uitzondering van een aantal op de lijst aange
kruiste nummers, die hij op de veiling zou willen brengen, welke georgani
seerd wordt door het comité Actio Bouwfonds PrinoessehofHet is niet de
bedoeling de opbrengst van laatstbedoelde voorwerpen aan de actie Bouwfonds
ten goede te laten komen, doch uitsluitend om aan de alhier te organiseren
veiling meer niveau te geven.