Bouw van een verpleegtehuis voor bejaarden en chronisch zieken en van een
nieuw gemeenteziekenhuis.
Bijlage nr.127 Leeuwarden, 13 april 19671967-
Aan de Gemeenteraad.
Reeds herhaalde malen heeft de Raad inde loop van de laatste tien jaren
beslissingen genomen ter voorbereiding van de bouw van een verpleegtehuis
en een nieuw ziekenhuis. Bij de uitvoering van deze beslissingen hebben wij
vele problemen en moeilijkheden op onze weg gevonden. Het is echter, dank zij
voel inspanning on no. veel soms moeizaam overleg steeds gelukt deze tot een
oplossing te brengen. Het verheugt ons, dat wij nu de verwachting kunnen
uitspreken, dat -behoudens hetgeen wij hierna omtrent de financiering mee
delen- de realisering van Uw besluiten terzake thans eindelijk voor de deur
staat. Voordat de uitvoering van die besluiten een feit kan worden, behoeven
wij evenwel opnieuw een beslissing van Uw Vergadering.
Voorgeschiedenis.
Alvorens die beslissing te vragen, achten wij het goed in het kort de
geschiedenis van deze aangelegenheid te schetsen. Enerzijds kan dit strekken
tot oriëntatie en informatie van degenen, die niet als lid van de Raad de
gehele voorbereiding van deze bouwplannen hebben meegemaakt, anderzijds
lijkt het ook wel nuttig een en ander voor de reeds langer zitting hebbende
raadsleden nog eens samen te vatten.
In ons voorstel van 10 september 1957; bijlage no. 208, stelden wij, dat
de gemeente naar ons gevoelen ten aanzien van de huisvesting en verzorging
van geestelijk en lichamelijk valide bejaarden voorlopig slechts een beperkte,
aanvullende taak zou kunnen en moeten vervullen. Ten opzichte van chronisch
zieke of bedlegerige ouden van dagen achtten wij evenwel voor de gemeente
een meer primaire taak aanwezig. De bestaande tehuizen hebben over het alge
meen een onvoldoende akkommoöatie tot verpleging van deze mensen, terwijl de
ziekenhuizen in de regel zo bezet zijn, dat, afgezien van andere daaraan ver
bonden bezwaren, de opnamemogelijkheden als onvoldoende moeten worden aange
merkt. Wij wezen er daarbij op, dat ten aanzien van personen, als hier be
doeld, niet kan worden uistaan met verpleging en verzorging, maar dat de be
handeling er op gericht moet zijn om zoveel mogelijk verergering van de ge
breken te voorkomen of te beperken en de patiënten zoveel als doenlijk is
te revalideren. Met het oog op de preventie zou het bovendien wenselijk zijn
aan een inrichting, die wel in staat zou zijn de vereiste zorg te verschaffen,
ook de mogelijkheid te hebben tot een poliklinische behandeling, teneinde
voorwaarden te scheppen om bij tijdig ingrijpen klinische behandeling te
voorkomen.
Daarbij kwam de grote behoefte aan een inrichting, waar reuma-patiënten
kunnen worden behandeld overeenkomstig de volgens de moderne inzichten-gestel
de eisen. Ook daarbij zullen middelen om tot revalidatie te geraken onont
beerlijk zijn.
Tenslotte attendeerden wij op de behoefte aan mogelijkheden voor het op
nemen ter verpleging van geestelijk zieken.
Op grond o.m. van het vorenstaande concludeerden wij, dat er een dringen
de, behoefte in Leeuwarden bestaat aan een verpleegtehuis voor bejaarden en
chronisch zieken. Een schetsplan voor een dergelijke inrichting met een capa
citeit van 230 bedden (exclusief het zusterhuis) werd aan de Raad voorgelegd.
Deze voteerde op 18 september 1957 een krediet van 60.000,voor de verdere
voorbereiding van het plan.
In het bovenbedoelde raadsvoorstel roerden wij reeds even aan het grote
belang van een bepaalde samenhang van een dergelijk verpleegtehuis met een
ziekenhuis, waarin de algemene klinische geneeskunde kan worden uitgeoefend.
De behandeling en verzorging van de patiënten in het verpleegtehuis zou daar
door des te doeltreffender kunnen zijn. De door ons geschetste ontwikkelings-