No. 10458.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van het bestuur van het Instituut Ziekte
kostenvoorziening Ambtenaren (i.Z.A.) Friesland van 5 juni 1967 tot
wijziging van de gemeenschappelijke regeling, alsmede het voorstel
van Burgemeester en Wethouders van 27 juli 1967 (bijlage no. 198);
BESLUIT:
de gemeenschappelijke regeling ziektekostenvoorziening ten behoeve
van ambtenaren in dienst der gemeenten in de provincie Friesland
tezamen met de andere tot die regeling toegetreden gemeenten met ingang
van 1 juli 1967 te wijzigen als volgt:
Enig artikel
Toegevoegd wordt een nieuw artikel, luidende als volgt:
ARTIKEL 19b
1Het bestuur is bevoegd bij de uitoefening van zijn taak gebruik te
maken van de diensten van een tezamen met andere instituten als
bedoeld in artikel 19a, eerste lid, op te richten Stichting gemeen
schappelijk adviesorgaan I.Z.A.'s, hierna te noemen gemeenschappelijk
orgaan
2. Behoudens ten aanzien van kosten voor werkzaamheden waarvoor met het
gemeenschappelijk orgaan een te betalen vergoeding is overeengekomen,
draagt het instituut bij in de kosten van dat orgaan door betaling
van een jaarlijkse bijdrage gelijk aan een jaarlijks vóór 1 oktober
van het voorafgaande jaar door het orgaan op basis van de begroting
van dat orgaan vastgesteld percentage van het totaalbedrag waarover
door het instituut in het dienstjaar de bijdrage van de deelnemers
wordt geheven.
3. De bijdrage bedoeld in het vorige lid wordt in vier gelijke termijnen
betaald, en wel in de eerste week van elk kalenderkwartaal van het
dienstjaar.
Het bestuur verstrekt de inlichtingen door het gemeenschappelijk orga-1
gevraagd op grond van de bepalingen van de statuten van de stichting
bedoeld in het eerste lid.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijziging Bezoldigingsverordening I960.
Bijlage 110. 199- Leeuwarden, 27 juli 1967»
Aan de Gemeenteraad.
Zoals reeds bij de onderhandelingen over de loonmaatregelen per
1 januari 19^7 was overeengekomen, zijn per 1 juli 1967 de lonen van
de werknemers in het particuliere bedrijfsleven met l-è^i verhoogd.
Ook voor het burgerlijk rijkspersoneel werd tegelijk met de
salarismaatregelen per 1 januari 1967 een salarisverhoging van 1-ifj
per 1 juli 1967 in het vooruitzicht gesteld. Laatstbedoelde salaris
verhoging is inmiddels geëffectueerd. De Staatssecretaris van Binnen
landse Zaken heeft de gemeentebesturen bij circulaire van 29 mei 1967,
no. A.B 67/U 1110, verzocht voor het gemeentepersoneel de totstand
koming van overeenkomstige voorzieningen te bevorderen.
In ons voorstel aan Uw Raad d.d. 9 februari 1967, kijlage no. 63,
inzake de salarismaatregelen per 1 januari 1967, vestigden wij er
reeds Uw aandacht op, dat de per 1 juli 1967 te verwachten salarisver-,
hoging in principe één geheel vormde met de salarisvoorzieningen per 1
januari 1967. Naar onze mening heeft Uw Raad zich dan ook, door op 20
februari 1967 do salarissen van het gemeentepersoneel per 1 januari 1967
vast te stellen met overeenkomstige toepassing van de voor het rijks
personeel getroffen voorzieningen, in principe reeds verenigd met de
per 1 juli 1967 toe te passen salarisverhoging. Wij menen, dat onder deze
omstandigheden de vraag, of de methode van procentuele salarisverhoging
wel juist is op dit moment niet aan de orde is.
Het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van ge
meentelijke personeelsaangelegenheden beveelt bij circulaire van 15 juni
1967 de aangesloten gemeenten aan, per 1 juli 1967 voor het gemeenteper
soneel salarismaatregelen te treffen overeenkomstig die voor hot rijks
personeel, In de circulaire wordt nog opgemerkt, dat het Centraal Orgaan
zich bij de besprekingen over de salarismaatregelen per 1 januari 1967
op het standpunt heeft gesteld, dat die maatregelen één geheel vormden
not de aangekondigde salarisverhoging per 1 juli 1967, zodat de aanbeve
ling betreffende do salarismaatregelen por 1 januari 1967 bepalend zou
zijn voor de aanbevoling betreffende de salarisverhoging per 1 juli 1967.
Tot dit standpunt heeft tevens geleid de overweging, dat do werkgroep
uit het Centraal Orgaan, die zal nagaan of in de toekomst oon moor ge
nuanceerd loonboleid wenselijk is, niot op zo korte termijn de nodige
onderzoeken zou kunnen verrichten, dat reeds vóór 1 juli daaruit con
clusies zouden kunnen worden getrokken. De organisaties van overheids
personeel hebben zich, mot handhaving van hun bekende bezwaren, om prak
tische redenen en mede in afwachting van de resultaten van hot boraad in
bedoelde werkgroep, mot het vermelde standpunt van het Centraal Orgaan
kunnen verenigen.
Bijgevoegd ontwerp-becluit tot wijziging van do Besoldigingsver-
ordening i960 heeft uitsluitend ten dool de salarissen van hot gemeonto-
porsoneel per 1 juli 1967 vast te stellen overeenkomstig dc voor het
rijkspersoneel getroffen maatregelen. De plaatselijke commissie voor
georganiseerd overleg behoeft over dit ontwerp-besluit niet to worden ge
hoord, daar do personeelsorganisaties hebben medegedeeld, dat in die
govallon, waarin do gemeentebesturen volledig het advies van hot Centraal
Orgaan volgen, voor deze aangelegenheid geacht kan wordon, dat dit over
leg heeft plaats gehad.