Verbouwen pand. Eewal 72.
3ijlage no. 21 9.
Leeuwarden, 27 juli 1967*
Aan de Gemeenteraad.
Op 3 mei j.l. hebben wij onder no. B. 3432 vergunning verleend aan de
heer J. van Meekeren, Veldmansweg 2 te Noordbergum, voor het gedeeltelijk ver
nieuwen van het pand Eewal 72 alhier. Aan deze vergunning hebben wij o.a. de
voorwaarde verbonden, "dat van de baksteen, die aan de te vernieuwen zijgevel
wordt verwerkt, vooraf monsters ter goedkeuring bij de direkteur van de dienst
voor het Bouw- en Woningtoezicht moeten worden ingediend". Deze direkteur
heeft op grond van deze voorwaarde geëist, dat de zijgevel zou moeten worden
opgetrokken uit steen, die wat formaat en kleur betreft overeenkomt met het
oorspronkelijke metselwerk van het onderhavige pand, dat voorkomt op de lijst
van monumenten voor onze Gemeente. Naar het oordeel van de direkteur zou de
gevel het beste weer kunnen worden opgemetseld uit de van de oorspronkelijke
gevel vrijkomende, gesorteerde steen. De heer Van Meekeren maakt tegen deze
oplossing ernstig bezwaar. Hij wenst hiermee geen genoegen te nemen. In het
voor U" ter. inzage gelegde beroepschrift, gericht tot Uw Raad, geeft hij een
opsomming van zijn bezwaren.
Zoals U wellicht bekend zal zijn, is het pand van de heer Van Meekeren
door brand gedeeltelijk onbruikbaar geworden. Teneinde aan een spoedige her
bouw en vernieuwing mede te werken hebben wij aan de behandeling- van de aan
lag om bouwvergunning voorrang verleend. Aangezien, zoals hiervoor reeds ge-
egd, het pand voorkomt op de lijst van monumenten voor onze Gemeente, hebben
ij overleg gepleegd met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en kunnen bewerk
telligen, dat de bouwvergunning mocht worden verleend. Het spreekt vanzelf,
t daarbij de monumentale aspecten van het pand de bijzondere aandacht hebben
kregen. Uit do wens de uit historisch oogpunt belangrijke zijgevel zoveel
-gelijk in de oorspronkelijke toestand te handhaven, is de hiervoor aangehaal-
e voorwaarde voortgekomen. Uit het overleg met de deskundigen is ons voorts
bleken, dat handhaving en verbetering van de thans aanwezige zijgevel con-
actiex een aanvaardbare oplossing is. Wil de heer Van Meekeren beslist een
"eel nieuwe zijgevel, dan zou hiervoor passende steen aangekocht kunnen worden
"e, zo is ons gebleken, wel verkrijgbaar is en nog geregeld te koop wordt aan
boden. Een anders, minder kostbare oplossing zou zijn uit de van de oorspron-
lijke gevel vrijkomende oude steen een nieuwe half steens-zijgevel op te trelc-
Voor het maken van de binnenspouwmuur zou dan nieuwe steen kunnen worden
past. Ten aanzien van het adres zelve merken wij het volgende op.
De beslissing op het verzoek om bouwvergunning is op 10 mei j.l. in af
drift aan belanghebbende gezonden. Het adres is ingekomen op 14 juni jl.,
Ive meer dan een maand na de verzending van bedoeld afschrift. Het beroep-
hriit is niet tijdig ingediend en adressant dient reeds op grond daarvan niet
tvankelijk te worden verklaard. Overigens zou adressant, ook al zou sprake
jn van een tijdig ingediend verzoek om voorziening, evenmin ontvankelijk kun-
Vforden verklaard, omdat dit versoek om voorziening zich niet richt tegen de
"erzijds verleende bouwvergunning en evenmin tegen een daaraan verbonden voor
zie, doch tegen de ter uitvoering daarvan door de direkteur van de Dienst
r het Bouw- en Woningtoezicht genomen beslissing terzake van de toe te passen
Tegen dit laatste staat op grond van artikel 13 van de Bouwverordening
-oep op ons open. Wij zijn bereid het adres van de heer Van Meekeren als aan
gericht te beschouwen.
Blijkens bijgevoegd proces-verbaal hebben wij adressant op grond van het
1de in artikel 390, 2e lid, van de Bouwverordening in de gelegenheid ge-
eld zijn adres mondeling nader toe te lichten. Deze toelichting heeft geen
euwe gezichtspunten geopend.