ÏTo. 15530. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 oktober 1967 (bijlage no. 302 BESLUIT: gerekend met ingang van 1 augustus 1967 voor een tijdvak van drie maanden, met stilzwijgende verlenging daarna steeds met een gelijk tijd vak, te verhuren aan D.G. Hoekstra, wonende Renger'sweg 43 te Oenkerk, het op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven perceel met de daarop staande boerenhuizinge, gelegen aan de Rijd onder Giekerk, kadastraal bekend gemeente Giekerk, sectie E, no. 1593, groot 2140 ca, tegen een huurprijs van f. '936,— per jaar en voorts onder de bedingen, opgenomen in de bij dit besluit behorende ontwerp-overeenkomst. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris Halvedagsluiting voor winkels. Bijlage no. 303 Leeuwarden, 18 oktober 1967 Aan de Gemeenteraad. In het begin van dit jaar ontvingen wij een verzoek van de Commissie centrum-winkeliers om een zodanige wijziging van de Verordening ingevolge ar tikel 4 van de Winkelsluitingswet 1951 te bevorderen, dat de thans daarin voorkomende verplichting tot sluiting van een viertal groepen winkels op_. woensdag na 13 komt te vervallen. Het betreft hier de volgende groepen: a. kruidenierswinkels; - b. melkwinkels c. groentewinkels; d. tabakswinkels. Als motief voor de opheffing van de verplichte winkelsluiting op woens dagmiddag wordt aangevoerd, dat juist op deze middag de winkels in het centrum druk pkgon to worden bezocht, met name ook door van buiten de stad afkomstig publiek. Dit "publiek-kan dan echter niet terecht bij de hierboven genoemde branches in de consumptieve sector, waardoor de.betrokken winkeliers zich een belangrijk debiet zien ontgaan. Mocht het gemeentebestuur de halvedagsluiting voor deze branches welis waar voor de woensdagmiddag willen opheffen, doch sluiting op een andere halve dag wenselijk blijven achten, dan zou verzoekster het op prijs stellen, dat voor alle zaken die onder de verplichte halvedagsluiting vallen eenzelfde halve dag wordt aangewezen en dan bij voorkeur de maandagmorgen, zijnde de halve dag, waarop momenteel reeds voor de meeste overige winkelbranches te Leeuwarden sluiting verplicht is. Bij het verzoek is de uitslag van een door een adviesbureau verzorgde enquête gevoegd. Deze enquête is gehouden bij een 17-tal winkeliers in het centrum en -draagt dus een beperkt ;karakter. De meerderheid blijkt inderdaad geporteerd te zijn voor opheffing van de -woensdagmiddagsluiting. Tevens voelt een meerderheid wel voor een vervangende halvedagsluiting op maandagmorgen of staat hier althans niet afwijzend tegenover. Uit de toelichting treedt voorts nog de bolangontogönstolling aan de- dag, die' bestaat tussen de contrumwinkeüfiES enerzijds en de winkeliers ih de buitenwijken anderzijds. Het zijn deze laatste winkeliers, die een numerieke meerderheid vormen, geweest, die des tijds de stoot hebben gegeven tot de woensdagmiddagsluiting in de consump tieve sector. Tenslotte heeft bij de indiening van het verzoek ook nog een rol gespeeld de omstandigheid, dat de supermarkten niet behoeven te sluiten op woensdagmiddag. Zij vallen dientengevolge onder de primaire sluitings plicht op maandagmorgen, omschreven in artikel 1, eerste lid, van de verorde ning. Aangezien een verordening betreffende halvedagsluiting -waaronder inge volge de jurisprudentie tevens wijziging van een dergelijke verordening wordt verstaan- alleen kan worden vastgesteld op verzoek van de Kamer van Koophandel en fabrieken of nadat deze Kamer dienaangaande gunstig heeft geadviseerd (artikel 14, tweede lid, van de Winkelsluitingswet 1951)? hebben wij de Kamer verzocht ons haar advies met betrekking tot het in de aanhef genoemde verzoek te doen toekomen. Het van de Kamer ontvangen advies is gebaseerd op een eigen enquête, die zich heeft uitgestrekt tot alle betrokken winkeliers te Leeuwarden, te weten 110 kruideniers, 58 tabaks-, 22 zuivel- en 47 groentewinkels. Het aantal ont vangen antwoorden bedroeg bijna 93$ van het totaal, zodat de antwoorden vrij representatief voor de betrokken branches mogen worden geacht. De enquête is gesplitst in een branchegevijze verwerking van de verlangens van alle winke liers tesamen en daarnaast de verlangens van de winkeliers in de binnenstad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 171