Aangaan van een overeenkomst van grondruil met de provincie Friesland. Bijlage no. 237» Leeuwarden, 17 augustus 1967- Aan de C-emeenteraad. Op 23 februari 1966 besloot II in te stemmen met de regeling, die ons College had getroffen met Gedeputeerde Staten van Friesland met betrekking tot de afdamming van het Vliet ten behoeve van het nieuwe koelwatercircuit voor het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland. In ons desbetreffende raadsvoorstel (bijlage no. 70) deelden wij U mede, dat voor het goed functioneren van het nieuwe koelwatercircuit onder meer het Ouddeel en de Kurkemeer moesten worden verbreed. Wij schreven daarbij onder meer: "Daartoe zullen enkele grondstrookjes van onze Gemeente moeten worden "gekocht. Anderzijds hebben Gedeputeerde Staten ons voorgesteld de door de "Provincie in dat gebied aan te kopen perceelsgedeelten, welke niet voor "de verbreding van het circuit nodig zijn, ten behoeve van de Gemeente over "te nemen. De prijzen, welke voor de te verkopen en te kopen perceelsgedeel- "ten moeten worden betaald, zouden kunnen worden vastgesteld door de "Provinciale Friese Taxatiecommissie. Wij hebben medegedeeld, dat wij bereid "zijn om, na ontvangst van de gegevens van genoemde taxatiecommissie, een "voorstel tot aan- en verkoop tot Uw Raad te richten. Een voorstel terzake "kunt U derhalve binnenkort tegemoet zien. Teneinde echter de uitvoering "van het plan voor het nieuwe koelwatercircuit geen vertraging te doen "ondergaan, hebben wij er, na aanvaarding van de hierboven uiteengezette "regeling met betrekking tot de afdamming van het Vliet, geen bezwaar tegen "gemaakt, dat reeds gemeentelijke grondstroken aan het Ouddeel en de "Kurkemeer in gebruik worden genomen.". De hiervoor bedoelde grondtransacties hebben betrekking op de perceels gedeelten, aangegeven op de bij de stukken voor U ter inzage gelegde tekeningen, gemerkt I, II en III. De groen gearceerde gedeelten dienen aan de provincie -Friesland te worden overgedragen, terwijl de roodomlijnde gedeelten door onze gemeente kunnen worden overgenomen. De door de gemeente over te dragen grondstroken, ter grootte van in totaal plm. 6869 ca, zijn door de Provinciale Friese Taxatiecommissie gewaardeerd op 11.337»35» zijnde plm. 1,65 per ca., terwijl de door de gemeente over te nemen perccolsgodeelten, in totaal groot plm. 19546 ca, zijn getaxeerd op 18.501,70, hetgeen neerkomt op een bedrag van 1,20 per oa, verminderd met een bedrag wegens snijschade, variërend van 0,20 tot 0,50 per oa. Op do ruiling noot derhalve door de gemeente worden toebetaald een bedrag van 1-3.501 ,70 - 11 .337)35 7.244)35. Bovendien vergoodt de provincie Friesland aan onze gemeente een bedrag van 1.306,68 als vergoeding van do pachtschado wegens enkele van de gemeente vrij van pacht aan te kopen percoelsgedeelten. Met de hiervoor omschreven grondtransacties is derhalve uiteindelijk een bedrag gemoeid van 5»937»67. De getaxeerde bedragen zijn naar onze mening voor de gomeente aanvaardbaa Onder verwijzing naar het vorenstaande geven wij U in overweging to besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. do Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 20