5
Ontwerp-begroting 1968.
Bijlage nr. 353 Leeuwarden, november 1967-
Aan de Gemeenteraad.
Ter voldoening aan de artikelen 238 en 253 van de gemeentewet
bieden wij TJ hierbij ter vaststelling aan de ontwerp-begroting van de
algemene dienst der gemeente voor het dienstjaar 1968 en de ontwerp
begrotingen voor dat dienstjaar van de diensten en bedrijven, die als
takken van dienst in de zin van artikel 252 van de gemeentewet zijn
aangewezen.
IInleiding:
Het is onze gewoonte U ter gelegenheid van de aanbieding van de ont-
werp-begrotingen niet alleen mee te delen wat naar onze mening als
directe toelichting op deze financiële stukken van belang is, maar daar
naast ook ruime aandacht te besteden ,aan de stand van zaken ten aanzien
van de diverse tot de gemeentehuishouding behorende taken en aan het in
het komende jaar of op langere termijn met het oog op het algemene per
spectief voor onze gemeente en met betrekking tot de belangrijkste on
derwerpen te voeren beleid. Ook nu willen wij van dit - onzes inziens
goede - gebruik niet afwijken. U zult er echter begrip voor hebben - en
het zal stellig ook Uw instemming hebben - dat wij, nu nog zo kort
geleden bij de behandeling van de ontwerp-begroting voor 1967 een brede
en diepgaande gedachtenwisseling tussen U en ons college over het alge
mene beleid en over het merendeel van de van belang zijnde speciale onder
werpen heeft plaats gehad, ons daarbij deze keer een zekere beperking
hebben opgelegd. Wij achten het niet zinvol nu weer uitvoerig in te
gaan op problemen, die toen in den brede in discussie zijn geweest.
Het streven naar beknoptheid bij het geven van beschouwingen in
verband met de aangeboden concept-begrotingen betekent natuurlijk niet,
dat de werkelijk van belang zijnde vraagstukken van gemeentelijk beleid
thans niet aan de orde zouden kunnen en moeten komen. Integendeel, wij
menen, dat deze zelfbeperking juist des te beter de gelegenheid opent
het gemeen overleg zoveel mogelijk te richten op de hoofdpunten van de
problematiek van onze gemeente.
In verband hiermee achten wij het in dit geval dienstig, alvorens
in te gaan op de inhoud van de ontwerp-begrotingen zelf en op de