- 31 -
Werk
Vergelijkbare perioden van de voorafgaande jaren lieten een slechter
beeld zien, zodat de verwachting gerechtvaardigd lijkt, dat het gehele
jaar 1967 tot een evenwicht in de migratiebalans zal leiden. Een belang
rijk deel van de inkomende migratie is afkomstig uit de randstad-Holland,
zodat geleidelijkaan - in vergelijking met de tientallen jaren lang
bestaan hebbende situatie - van een "tegenstroom" (althans "tegenstrcompje
kan worden gesproken. De uitgaande migranten trokken in hoofdzaak naar
andere plaatsen in Friesland en naar provincies buiten de randstad.
Wij geven hier ter vergelijking van de in de loop van dit jaar
plaats gehad hebbende migratie met die van de eerste drie kwartalen van
de jaren 1959 tot en met 1966 het volgende overzicht:
Jaar Migratiesaldo per 30 september
1959 - 156
1960 - 262
1961 100
1962 - 31
1963 - 509
1964 - 211
1965 - 454
1%G
1967 98
Uit het gunstiger migratieresultaat mag o.i. stellig niet zonder
meer worden afgeleid, dat de economische ontwikkeling van Leeuwarden
thans een vooruitgang vertoont. Dit resultaat wordt naar ons gevoelen
door een complex van factoren beïnvloed.
Onder meer kan het gereedkomen van een groter aantal woningen in een
bepaalde periode van betekenis zijn voor het vestigen in de gemeente
van personen, die hier reeds werkzaam waren.
Ue~ De Leeuwarder beroepsbevolking kan bij benadering worden gesteld op:
--Eenheid 22.000 mannen en
7.000 vrouwen.
Het aantal arbeidsplaatsen in onze gemeente ligt echter aanzienlijk
hoger en zal naar berekening aan de hand van algemene verhoudings-
cijfers op ongeveer 35.000 kunnen worden gesteld.
Hieruit volgt, dat het pendelsaldo volgens recente berekeningen
thans 35000 - (22000 7000) ruwweg 6000 beloopt.