Uitkering ineens i.v.m. nacalculatie "trend" 1967- Bijlage no. 354 Leeuwarden, 29 november 1967- Aan de Gemeenteraad. Bij de salarisonderhandelingen eind 1966 is in het Centraal Overleg in positieve zin overeenstemming bereikt over de vraag of het zgn. trendbeleid voor het rijkspersoneel ook voor'1967 zou worden gehandhaafd. Het is mede hierom geweest, dat de organisaties van overheidspersoneel, onder handhaving van bepaalde bezwaren, welke op een ander vlak lagen, op zichzelf geen be zwaar hadden tegen het regeringsvoorstel oni de salarissen met ingang van 1 januari 1967 te verhogen met-4$. In Uw vergadering van 20 februari 1967 hebt U met betrekking tot het gèmeentepersoneel een overeenkomstig besluit genomen. Inmiddels is gebleken, dat genoemde procentuele verhoging is achtergeble ven bij de loonontwikkeling in het bedrijfsleven. Over hetgphele jaar 1967 gerekend bedraagt deze achterstand 1,7$ van het reeds met 4verhoogde sala ris. In verband hiermede heeft de Regering besloten het rijkspersoneel over het jaar 1967 in aanmerking te brengen voor een uitkering van deze grootte en deze uitkering in november bij wijze van voorschot te doen uitbetalen. Be Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken heeft ons verzocht ten behoeve van het daarvoor in aanmerking komende gemeentepersoneel het treffen van eenzelf de voorziening te bevorderen. Omdat U zoals boven reeds vermeld, in principe al hebt beslist, dat voor dit jaar het salarisbeleid voor het gemeenteperso neel geconformeerd zal worden aan dat voor het rijkspersoneel, hebben wij op de voet van de rijksrichtlijnen, opgenomen in de circulaire van 11 oktober 1967) no. AB67/U2206, van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aan de Ministers, de bedoelde uitkering inmiddels bij wijze van voorschot aan het daarvoor in aanmerking komente gemeentepersoneel uitbetaald.. Voor het rijkspersoneel is de uitkering-ineens nog niet definitiéf ge regeld. Naar onze mening kan voor het gemeentepersoneel echter zonder bezwaar tot de definitieve regeling worden overgegaan. Wij hebben hiertoe een veror dening ontworpen, waarbij aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren in vaste en tijdelijke dienst, ingedeeld in de bijlagen van de Bezoldigingsver- ordening 196O, aanspraak op de uitkering-ineens wordt toegekend met inacht neming van de voor het burgerlijk rijkspersoneel geldende richtlijnen. Beze verordening kan ook worden toegepast op de daarvoor in aanmerking komende werknemers in de zin van de Arbeidsovereenkomstenverordening, w'ier loon is vastgesteld met toepassing van het bepaalde in artikel 11 van die verorde ning. Het ontwerp van de opgestelde verordening is hierna afgedrukt. Onder mededeling, dat de in het Centraal Orgaan vertegenwoordigde organi saties van overheidspersoneel overeenkomstige toepassing van de rijksricht lijnen t.a.v. de nacalculatie 1967 aanbevelen, zodat plaatselijk overleg daaromtrent achterwege kan worden gelaten, stellen wij U voor té besluiten tot vaststelling van eerdergenoemd ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris. 5SM - 5;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 383