Medewerking ingevolge art. 72 der Lager-onderwijswet 1920 voor enkele voor zieningen ten behoeve van de Marnixschool Bijlage no. 378. Leeuwarden, 29 november 1967. Aan de Gemeenteraad, Het bestuur der Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs alhier, heeft bij een op 26 oktober 19^7 ingekomen schrijven verzocht, ten behoeve van de school voor voortgezet gewoon lager onderwijs aan de Robert Koch- straat, de Marnixschool, gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor: 1. 2. 3. op. 1. het maken van een hoofdenkamer met inrichting; het maken van een keuken met inrichting; het uitbreiden van het aantal kapstokken. Ten aanzien van de hiervoren genoemde punten merken wij het volgende De Marnixschool heeft wel een personeelskamerdoch geen hoofdenkamer. Haar ons oordeel dient een school voor v.g.l.o. met een omvang als de onderhavige, voor het ontvangen van ouders, het voeren van de administra tie e.d., de beschikking te hebben over een afzonderlijke kamer voor het hoofd der school. Om in deze leemte te voorzien, is het schoolbestuur voor nemens in een naast de personeelskamer gelegen magazijn een raam aan te brengen en dit vertrek in te richten tot hoofdenkamer. 2. Het aantal leerlingen, dat tijdens de middagpauze op de school overblijft, bedraagt 80. De school heeft wel een overblijfruimte, doch een gelegen heid om voor de buitenleerlingen koffie te zetten en de gebruikte koppen, bordjes, bestek e.d. af te wassen ontbreekt. Het is de bedoeling door het maken van een houten wand in de overblijfruimte, een gedeelte van deze ruimte te bestemmen tot keuken en hierin een aanrecht aan te brengen. 3. De indertijd in de Marnixschool aangebrachte kapstokken blijken door stij ging van het leerlingental Biet meer toereikend te zijn. In een der gangen zullen daarom enkele kapstokken moeten worden aangebracht. De door het schoolbestuur gevraagde voorzieningen, die op zeer een voudige wijze zullen worden uitgevoerd, achten wij voor de Marnixschool nood zakelijk. Haar ons oordeel zullen door deze voorzieningen de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, dan ook niet worden overschreden. Aangezien de aanvrage ook overigens voldoet aan de in artikel 73 der Lager- onderwijswet 1920 gestelde eisen, dient naar ons oordeel de gevraagde mede werking te worden verleend. Wij adviseren. U daarom te besluiten overeenkomstig hot hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris ai

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 422