Ho. 17988.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen een op 22 september 1967 ingekomen schrijven van het
bestuur der Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs alhier, om
gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing van
verduisteringsgordijnen ten behoeve van de school voor gewoon lager
onderwijs aan de J.H. Knoopstraat, de Willem de Zwijgerschool
overwegendedat de aanvrage voldoet aan de in artikel 73 der
Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen;
dat door inwilliging van de aanvrage de normale eisen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 29
november 1967 (bijlage no. 379);
BESLUIT:
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Modewerking ingevolge art. 72 der Lager-onderwijswet 1920 voor de aan
schaffing van leermiddelen ten behoeve van de Groen van Prinstcrerschool
(u.l.o.).
Bijlage no. 380. Leeuwarden, 29 november 1967
Aan de Gemeenteraad,
Het bestuur der Vereniging voor Christelijk Schoolondcrwijs alhier,
heeft bij een op 28 augustus 1967 ingekomen schrijven verzocht, golden uit
do gemeentekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing van leermiddelen voor
dé vakken Nederlands, Frans, Duits en Engels ton behoeve van do school voor
uitgebreid lager onderwijs aan de Margaretha de Heerstraat, de Groen van
Prinstororschool
Bij schrijven d.d. 17 november 1967 heeft het schoolbestuur evenwol
verklaard de aanvrage, wat betreft de leermiddelen voor hot vak Frans in
te trokken, zodat hierover geen beslissing behoeft te worden genomen.
Uit nader van het schoolbestuur verkregen inlichtingen is ons gebleken,
dat de op de Groen van Prinstererschool in gebruik zijnde boekon voor de
vakken Nederlands, Duits en Engels inderdaad als verouderd moeten worden be
schouwd. In hot belang van het onderwijs aan de leerlingen van deze school
is het naar ons oordeel dan ook wenselijk, dat een vernieuwing plaatsvindt
en dat voor de hiervoren genoemde vakken wordt overgegaan op nieuwe methodes,
die voldoen aan de tegenwoordig te stellen eisen.
Van do op do school aanwezige boeken voor deze vakken blijkt evenwel
oen deel, dat op ongeveer de helft kan worden gesteld, reeds te zijn ver
sloten, zodat deze boeken ook uit dien hoofde niet meer kunnen worden ge
bruikt. Volgens de bepalingen van de Lager-onderwijswet 1920 kan echter
voor vervanging van versleten leermiddelen geen medewerking door U worden
verleend. De hierop vallende kosten moeten namelijk worden bestreden uit de
jaarlijks aan de besturen van de bijzondere scholen toe te kennen exploitatie
vergoeding, Het komt ons dan ook redelijk voor, dat slechts voor de helft
van de aan te schaffen boeken geldon uit de gemeentekas beschikbaar worden
gestold.
Wij menen hierbij nog te moeten opmerken, dat de aan te schaffen leer
middelen, in verband met de inwerkingtreding van de Wet op het Voortgezet
onderwijs, in feite slechts ruim 3 jaar op de tegenwoordige school voor
uitgebreid lager onderwijs zullen worden gebruikt en dan dus nog niet zijn
versleten. De leermiddelen, die het schoolbestuur wenst aan te schaffen,
zullen echter, naar het zich laat aanzien, ook kunnen worden gebruikt, nadat
de school per 1 augustus 1968 zal zijn omgezet in een school voor m.a.v.o.
Op grond van het hiervoren vermelde zijn wij van oordeel, dat door in
williging van de aanvrage de normale eisen, aan hot geven van lager onder
wijs te stellen, niet zullen worden overschreden. Aangezien de aanvrage ook
overigens voldoet aan do in artikel 73 dor wet gestelde eisen, dient naar
ons oordeel de gevraagde medewerking te worden verleend.
V/ij adviseren U daarom te besluiten overeenkomstig hot hierna opgenomen
ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.