Verbeteren en verbreden van een gedeelte van de Bonke en de bouw van een brug over de Bonke. Bijlage no. 247= Leeuwarden, 17 augustus 1967. Aan de Gemeenteraad. In aansluiting op de verbreding van rijksweg no. 39s gedeelte Harde- garijp - De Grote Wielen, zal het Rijk binnenkort een aanvang maken met het verbreden van het gedeelte van deze weg, gelegen tussen de Grote Wielen en het Oud Tolhuis. Deze verbreding zal voor wat betreft het gedeelte tussen de Hogebrug en het Oud Tolhuis plaats hebben in noordelijke rich ting, zodat de Bonke over dit gedeelte van rijkswege zal worden verlegd. Van deze gelegenheid zal gebruik worden gemaakt om dit water te verbreden door de bodembreedte te brengen op 7.80 m.met taluds 1 2 en een diepte van'1.60 m -PZP. Voor de pleziervaart is deze te verbeteren vaarweg van groot belang. Dit spreekt te meer, wanneer wordt gelet op het in voorbe reiding en gedeeltelijk zelfs in wording zijnde recreatiegebied ten oosten van de stad. Liet name denken wij daarbij aan de Grote Wielen. Wil de door het Rijk te verzorgen verbetering en verbreding van een groot gedeelte van de Bonke een goed effect sorteren, dan zal het gedeelte tussen de Dokkumer Ee en het Oud Tolhuis van de bij de Gemeente in onderhoud en beheer zijnde Bonke op dezelfde breedte en diepte moeten worden gebracht. Wij. wijzen er verder nog op dat dit gedeelte water ook als -openbaar viswater een niet te onderschatten recreatieve functie vervult. Bij het ontwerpen vo,n de nieuwe brug in de Lekkumerweg en van de brug in het verlengde van de Fam. van der Weijstraat is met - verbreding van de Bonke rekening gehouden. Voorts dient hierbij te worden opgemerkt, dat de bebouwing van het plan Lekkumerend zich uitstrekt tot vrij dicht aan genoemd water. In verband hiermede dienen in ieder geval aan de zuidelijke oever voorzieningen te worden getroffen. Wij menen derhalve, dat het aanpassen van het gedeelte van de Bonke tussen het Oud Tolhuis en de Dokkumer Ee aan dat gedeelte van deze vaarweg, dat van rijkswege wordt verbeterd, noodzakelijk is. Het door de directeur der Openbare Werken voor deze verbreding en ver betering ontworpen plan ligt bij de stukken voor U ter inzage. Daaruit moge IT blijken, dat het ontworpen dwarsprofiet zoveel mogelijk in overeenstemming is met het profiel, dat van rijkswege is gegeven aan het gedeelte tussen de Hogebrug en het Oud Tolhuis. Alleen bij de uitmonding in de Dokkumer Ee moet het profiel wegens de daar bestaande situatie enigszins worden ver smald. De oeververdediging van de uitmonding zal worden gevormd door een 3.50 m. lange damwand van azobéhout, omdat de nieuwe oever op deze plaats geheel uit aangevulde grond zal bestaan. Langs de grens van het i/oongebied zal de oeververdediging bestaan uit een lichte azobédamwand, lang I.40 m. Achter deze damwand zal een smalle verharding van groenstenen worden ge maakt, die uittrappen van de oever voorkomt. Om het verdrinkingsgevaar te verminderen zal vóór deze damwand een horizontale berm, breed 2.00 m. worden gemaakt, waarop in normale omstandigheden slechts 20 cm. water staat. Langs de overige oevers zal een betimmering van 50 om. hoge azobématten worden aangebracht, met daarachter rietzoden. Hierdoor zal een rietsoom worden gevormd, die het uitspoelen van grond zoveel mogelijk moet verhinderen. De voor het verwezenlijken van dit plan benodigde grond is gedeelte lijk nog eigendom van derden. Wij zullen U t.z.t. voorstellen tot aankoop van de benodigde grondstroken doen toekomen. De aan de uitvoering van het bovenomschreven werk verbonden kosten worden geraamd op f. 342.500,welk bedrag nog dient te worden verhoogd met de geraamde kosten van grondaankoop en met die van het verleggen van kabels, in totaal naar raming f. 12.500,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 44