No13313, NE EAAN DEE GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 september 1967 (bijlage no. 269); B E S L U I T: I. aan te kopen van H. Jellema, wonende te Leeuwarden, De Ruyterweg 72 en K. Jellema, wonende te Leeuwarden, Tijverstraat 17, handelende onder de naam Vennootschap onder firma Bouw- er. Aannemersbedrijf P. Jellema en Zoon, gevestigd te Leeuwarden, het op de bij dit be sluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven perceel grond met opstallen, gelegen aan het Cambuursterpad, kadastraal bekend ge meente Leeuwarden, sectie G, nummer S302, groot 799 ca, voor een koopsom van f. 44.500,en voorts onder de volgende bedingen: 1. de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aan wezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur en hypotheek: 2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte' van overdracht; 3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van het overgedragen perceel geheven werden, voer rekening van de gemeente Leeuwarden; 4. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehoud'jn da.n tot die wegens uitwinning; 5- partijen doen afstand van het recht tot hot vragen van ontbin ding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1703 tv luwerü -;v Wetboek; b 6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuv/arden; II. het onder I. bedoelde perceel onder te brengen In het Grondbedrijf. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van j Voorzitter. j Secretaris. Aanleggen kademuur langs noordzijde Nieuwe Kanaal en verbeteren Kanaalweg. I Bijlage no. 270. Leeuwarden, 7 september 1967* Aan de Gemeenteraad. Wanneer grote schepen ligplaats kiezen in het Nieuwe Kanaal, tussen de 2e I Kanaalbrug en de Tijnje, komt het dikwijls voor, dat de scheepvaart in dat I kanaal piraktisch gestremd is mede als gevolg van het feit, dat deze schepen I in verband met de geringe diepte van het vaarwater ter plaatse veelal niet I direct aan de oevers kunnen meren. Het behoeft geen betoog, dat deze situatie moeilijkheden oplevert en dat I daaromtrent reeds verschillende klachten zijn ontvangen. Wij hebben ons daar- I om beraden over de vraag, op welke wijze een oplossing voor dit probleem kan worden verkregen. Daarbij kwamen enkele punten aan de orde, welke met de I scheepvaart in het bedoelde kanaalgedeelte ten nauwste verband houden. Als een belangrijk punt van vooruitgang moet worden beschouwd het maken K van een zwaaikom in de onmiddellijke omgeving van Schilkampen, omdat de be- I staande zwaaigelegenheid (punt van samenkomst van het Nieuwe Kanaal, het Tliet I en de Greuns) in de praktijk niet voldoende blijkt te zijn. De plannen voor I het maken van een zwaaikom zijn thans nog niet definitief omdat dit ten I nauwste samenhangt met de verplaatsing van de scheepswerf op Schilkampen. I Omtrent een en ander worden momenteel onderhandelingen gevoerd en wij hopen I binnen afzienbare tijd op deze aangelegenheid terug te kunnen komen. Terder zal de scheepvaart ten zeerste gediend zijn met het maken van een I kademuur langs de noordzijde van het Nieuwe Kanaal. Dit zal een winst van I 4 a 5 m op de thans beschikbare breedte van het vaarwater opleveren en der- I halve voor het doorgaande scheepvaartverkeer zeker een belangrijke verbete- I ring betekenen. De direkteur der Openbare Werken heeft daarom op ons verzoek I' een plan ontworpen voor het maken van de bedoelde kademuur (lengte plm 29O m) I tevens omvattende het verbeteren van de Kanaalweg over de gehele lengte van I het kanaalvak. De tegenwoordige Kanaalweg, die een grintverharding heeft, verkeert in I een slechte staat. Wij wijzen in dit verband nog op de plannen om eventueel I deze weg t.z.t. door te trekken naar het toekomstige industrieterrein ten I oosten van de Greuns. Indien dit laatste plan verwezenlijkt wordt is verbete- I ring van de Kanaalweg onvermijdelijk. Wij menen dan ook, dat het alleszins I aanbeveling verdient de weg thans te verbeteren. Ook uit financieel oogpunt I achten wij de uitvoering van dit werk in aansluiting' opof tegelijk met het I maken van een nieuwe kademuur aantrekkelijk. Tolgens de bij de stukken voor U ter inzage gelegde plannen zal de kade- I muur beneden de normale waterstand bestaan uit een betonnen damwand, daar I boven zal een keerwand van gewapend beton worden gestort. Het geheel wordt I verankerd aan ankerplaten, die aan de noordzijde van de Kanaalweg worden I ingegraven. De beschoeiing is berekend op een bodemdiepte van 300 m F.a.P. I Het gedeelte walmuur, dat reeds aanwezig is tegenover het terrein van het I P.E.B. is op dezelfde diepte berekend. Achter de kademuur zal een loswal ter I breedte van 3*00 m worden aangelegd. De verharding van deze loswal zal be- I staan uit vrijkomende klinkers. De rijweg ter breedte van 7.60 m krijgt een I asfaltverharding, bestaande uit een fundering van 13 cm grintasfalt, een I tussenlaag van 3 cm grofdicht asfaltbeton en een deklaag van 3 cm fijndicht I as&Ltbeton. Deze deklaag zal eerst aangebracht worden wanneer verwacht kan I worden, dat geen of nagenoeg geen zettingen meer zullen optreden. Naast de I rijweg kan dan nog een trottoir worden aangelegd, waarvan de breedte varieerc I van 1.10 m tot I.40 m. Overigens mogen wij U kortheidshalve verwijzen naar de I bij de stukken overgelegde tekeningen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1967 | | pagina 92