- 6 -
2. Een verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof
kunnen voorschriften worden verbonden.
3. Een ontheffing kan worden ingetrokken.
Artikel 7.6.
1. Burgemeester en Uethouders weigeren een verlof, als bedoeld in artikel
7.2:
a. indien niet wordt voldaan aan de in artikel 7.3. gestelde eisen;
b. - onverminderd het tv/eede lid van artikel 7.4» - indien niet wordt
voldaan aan de in artikel 7=4.eerste lid, gestelde eisen.
2. Een besluit, waarbij
a. een verlof wordt geweigerd, een verlof onder beperkingen wordt
verleend of aan een verlof voorschriften worden verbonden,dan
v/el
b. een ontheffing, als bedoeld in artikel 7 4., tv/eede lid, wordt
geweigerd of ingetrokken,
is mot redenen omkleed en wordt binnen drie dagen nadat het is
genomen aan de verzoeker toegezonden.
Artikel 7.7.
1. Een verlof, als bedoeld in artikel 7=2, geldt uitsluitend voor de in
het verlof daarvoor aangewezen ruimte(n).
2. Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf worden
voortgezet tot drie maanden na het overlijden of, indien binnen die
termijn een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip vraarop op
de desbetreffende aanvraag onherroepelijk is beslist.
Artikel 7.8.
Indien zich publiek bevindt in een lokaliteit, waarvoor een verlof,
als bedoeld in a,rtikel 7.2., geldt, moet die lokaliteit voldoende zijn
verlicht
Artikel 7.9.
1. Burgemeester en Wethouders trekken een verlof, als bedoeld in artikel
7.2., in, indien:
a. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 7=3. gestelde eisen;
b. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 7.4., eerste lid,
gestelde eisen en terzake geen ontheffing als bedoeld in artikel
7.4., tv/eede lid, is verleend;
c. gedurende drie maanden anders dan wegens overmacht geen handelingen
zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;
d. zich in het verlofsbedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees
wettigen dat het va,n kracht blijven van het verlof gevaar zou
opleveren voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezotk-
heid;
o. indien de verlofhouder schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders
te kennen geeft, dat hij afstand doet van het verlof.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen het verlof intrekken indien niet
langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 7.5., tv/eede lid,
gestelde beperkingen of voorschriften dan wol artikel 7.8. niet wordt
nageleefd.
5. Op een besluit, waarbij een verlof wordt ingetrokken, is artikel 7.A:
tv/eede lid, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 7.10.
1. Degene, die op het tijdstip van inwerkingtreden van dit hoofdstuk een
bedrijf uitoefent, waarvoor een verlóf, als bedoeld in artikel 7.2, is
vereist, wordt geacht een zodanig verlof to hebben.
2. Indien en voorzover de besloten ruimte, waarin een bedrijf, bedoeld in
het eerste lid, wordt uitgeoefend op het tijdstip van inwerkingtreden
van dit hoofdstuk niet voldoet aan de in artikel 7.4., eerste lid, ge
stelde eisen, wordt voor die ruimte een ontheffing, als bedoeld in ar
tikel 7.4-, tv/eede lid, geacht te zijn verleend.
Hoofdstuk 8. Orde in openbare gelegenheden.
Artikel 8.1.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
"openbare gelegenheid": een inrichting in de zin van de v/et, alsmede een
besloten ruimte, waarvoor een verlof als bedoeld in artikel 7.2. geldt;
"bezoeker": degene, die zich in de openbare gelegenheid bevindt, met uit
zondering van:
a. de beheerder en de tot zijn gezin behorende personen;
b. de niet tot zijn gezin behorende bloed- en aanverwanten van de beheer
der, in de rechte lijn onbeperkt cn in de zijlijn tot en met de derde
graad;
0. het in de openbare gelegenheid dienst doende personeel;
d. degene, wiens tegenwoordigheid in de openbare gelegenheid - naar het
oordeel van de Burgemeester - door dringende omstandigheden wordt ver
eist;
e. degene, die, indien de openbare gelegenheid tevens een inrichting tot
het verschaffen van nachtverblijf is, in die gelegenheid werkelijk
nachtverblijf houdt.
Artikel 8.2.
1. Het is de beheerder van een openbare gelegenheid, onverminderd hetgeen
is bepaald in het tweede lid, verboden deze van 0 uur tot 6 uur geopend
te hebben of daarin bezoekers te ontvangen of te hebben.
2. Het is de beheerder van een inrichting, v/aar blijkens een door de Bur
gemeester afgegeven verklaring niet maatschappelijk of gezellig verkeer
doch het gebruik van alcoholhoudende drank hoofdzaak is, verboden deze
geopend te hebben of daarin bezoekers te ontvangen of te hebben tussen
20 uur en 8 uur.
3. Hot in het eerste lid vervatte verbod geldt niet in het geval, dat in de
openbare gelegenheid in het openbaar een bioscoopvoorstelling wordt ge
geven, waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 1 van de Bioscoop
wet is verleend.
4- De in het eerste en het tweede lid vervatte verboden gelden niet indien
de Burgemeester hiervan ontheffing heeft verleend. Een ontheffing kan
onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden
v/orden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gev/ijzigd.
5- Indien de Burgemeester een ontheffing als bedoeld in het vorige lid ver
leent ten aanzien van allo onder het desbetreffende verbod, onderschei
denlijk onder beide verboden, vallende openbare gelegenheden, is deze
van kracht wanneer zij hetzij schriftelijk is gegeven hetzij door af
kondiging ter algemene kennis is gebracht.
Artikel 8.3-
Het is verboden zich als bezoeker in een openbare gelegenheid te be
vinden op een tijdstip, waarop het de beheerder verboden is die gelegen
heid geopend te hebben.