- 2 -
6. bij niet-naleving van één der verplichtingen of verboden, bedoeld ondo
4 en 5; verbeurt de nalatige, c.q. overtreder aan do gemeente Locuwar-
don voor iedere niet-nakoming of overtreding een boete van 'i 00.000,-
dezc boete is verschuldigd door het enkele feit der niet-naleving,
zonder dat enige uitdrukkelijke ingebrekestelling behoeft plaats te
vinder.;
7. do levering geschiedt op do dag van het verlijden van do akte van
overdracht} de levering zal geschieden op of omstreeks de datum, waar
op zot g kocht, als bouvrijp terrein kan worden opgeleverd;
8. indien do akte van overdracht door toedoen van de koopster niet nota
rieel wordt verleden binnen twee maanden nadat dit raadsbesluit do
goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Friesland hoeft verkregen, is
di; koopster var.: X' de datum, vallende twee maanden na de datum van goed
keuring ver. iet raadsbesluit tot de dag, waarop de akte wordt verleden,
aan dö gemeente Leeuwarder, over dc koopsom oen rente verschuldigd, bc-
rek. ,id naar por jaar;
9. hot risico voor en hot onderhoud van hot gekochte en alle daarvan ge
keven •„•ordende en nog tc heffen lasten 011 belastingen komen vanaf do
lovorir.g voor rekening van de koopster;
10. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
11. partijen doen afstand van hot recht tot hot vragen van entbinding als
bedoeld in de artikelen 1302 on 1303 van het Burgerlijk V/ctbook;
12. de te stichten opstallen dienen te worden ontworpen onder supervisie
van architect dor gemeente Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in dc openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beroep van de heer B.M. van der Goot te Lekkum tegen de weigering van een
door hem gevraagde bouwvergunning voor het veranderen van de schuur van de
boerderij Mearsterpaed 8.
Bijlage no. 99» Leeuwarden, 7 februari 1968.
Aan de Gemeenteraad.
De heer B.M. van der Goot, Mearsterpaed 8 te Lekkum heeft bij een op
22 december 19^7 gedateerd en ingekomen schrijven bij U beroep ingesteld
tegen ons besluit van 12 december 19^7, u°. B 36OO, waarbij wij op zijn ver
zoek om vergunning voor het gedeeltelijk vernieuwen c.q. veranderen van de
boerenschuur, behorende tot de boerderij Mearsterpaed 8 te Lekkum, afwijzend
hebben beschikt. Het beroepschrift en onze afwijzende beschikking met bij
behorende bescheiden liggen voor U ter inzage.
Ingevolge het bepaalde in artikel 51 van de Woningwet moet het verzoek
om voorziening tegen de weigering van een bouwvergunning binnen een maand na
de dag, waarop het afschrift van het besluit is verzonden, bij de gemeente
raad worden ingediend. Het desbetreffende afschrift is op 15 december 19^7
verzonden, zodat appellant in zijn beroep kan worden ontvangen.
Het bouwplan van de heer Van der Goot voorziet in het afdekken van het
rietdak van de schuur van zijn boerderij met asbestcement-golfplaten, waar
door de welstand, bedoeld in artikel 34 van de Bouwverordening, in ernstige
mate geweld zou worden aangedaan. Mot de Schoonheidscommissie, die terzake
uiteraard is gehoord, achten wij toepassing van het voorgestelde materiaal
onaanvaardbaar, daarbij overwegende, dat een dergelijke dakbedekking op een
karaktervolle Friesche boerderij van het kop-hals-romptype, die bovendien
staat in een agrarisch gaaf gebied, in ernstige mate zou detoneren. Overeen
komstig de ontvangen adviezen hebben wij op het verzoek van de heer Van der
Goot afwijzend beschikt. De toelichting, die de heer Van der Goot ten over
staan van een lid van ons college op zijn verzoek om voorziening heeft ge
geven (art. 390, lid 2 van de Bouwverordening) en waarvan een proces-verbaal
voor U ter inzage is gelegd, heeft ons niet kunnen overtuigen van de onjuist
heid van de door ons genomen beslissing. Wij zijn van mening, dat wij in
oasu niet anders konden en mochten beslissen dan is gesohied en dat daarom
ons besluit dient te worden gehandhaafd.
In verband met de inhoud van een eveneens voor U ter inzage gelegde
adhaesie-betuiging aan het beroep van appellant van de Gewestelijke Raad
voor Friesland van het Landbouwschap van 22 januari 1968 vestigen wij er
met nadruk Uw aandacht op, dat het hier niet gaat om technische eisen van de
Bouwverordening (het gestelde sub l), noch om de vraag of de voorgestelde
dakbedekking goedkoper is - dat is zeer wel mogelijk - cn evenmin om de
vraag of in onze gemeente in het algemeen de toepassing van het voorgestelde
dakmateriaal aanvaardbaar zou zijn. Ten aanzien van dit laatste merken wij
op, dat het geenszins is uitgesloten, dat wij op een andere plaats in onze
gemeente en bij een andere agrarische bedrijfsruimte wèl zullen overgaan tot
het verlenen der vergunning, waarbij het thans omstreden materiaal wordt toe
gepast
Wij geven U in overweging overeenkomstig de hierbij gevoegde ontwerp
beschikking het verzoek om voorziening ongegrond te verklaren.
Burgemeester en Wathouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.