No. 2183.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Beschikkende op het door de heer B.M. van der Goot te Lekkum hij
brief van 22 december 1967» ingekomen op 22 december 1967» ingestelde
beroep tegen het besluit van burgemeester en wethouders van 12 december
1967» no. B 3600, verzonden op 15 december d.a.v.» waarbij de vergunning
voor het gedeeltelijk vernieuwen c.q. veranderen van de boerenschuur,
behorende tot de boerderij Moursterpaed 8 te Lekkum, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie H.no. 146, werd geweigerd;
overwegende, dat de voorgenomen vernieuwing c.q. verandering be
staat uit het bedekken van een gedeelte van het rietdak van de schuur
met asbestcement-golfplaten;
dat uit welstandsoverwegingen tegen deze vorm van dakbedekking
ernstige bezwaren bestaan nu het in casu betreft een boerderij van het
karaktervolle kop-hals-romp-type, die staat in een agrarisch gaaf ge
bied;
gezien hot voorstel van burgemeester on wethouders d.d. 7 februari
1968 (bijlage no. 99);
BESLUIT
het verzoek om voorziening ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Verzoek Provinsiale Underwysrie tot het toekennen van een beloning aan kleu
terleidsters voor het bezit van het diploma Frysk foar de beukc-rskoalle cn
aan onderwijzend personeel van scholen voor voortgezet onderwijs voor het be
zit van oen Friese akte.
Bijlage no. 100 Leeuwarden, 8 fobruari 1968.
Aan de Gemeenteraad.
De Provinsiale Underwysrie heeft zich bij brief van 13 juli 1967 tot de
gemeenteraden in Friesland gewend met het verzoek aan de kleuterleidsters oen
vergoeding toe te kennen voor hot bezit van het diploma Frysk foar do bouker-
skoalle
Adressant verzoekt voorts de vergoeding, zoals die is toegekend aan do leer
krachten bij de verschillende soorten van lager onderwijs, ook toe te kennen
aan het ondcrwijzend personeel, verbonden aan do overige scholen voor voortge
zet onderwijs, waarbij met name wordt gedacht aan het lager beroepsonderwijs.
Naar aanleiding hiervan merken wij het volgende op.
A- In artikel 24 van do Kleutero'nderwijswot is bepaald, dat de gemeenteraad
bevoegd is, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, aan de leidsters oen
bij algemene maatregel van bestuur te bepalen beloning toe te kennen op grond
van hot bezit of het gebruik maken in do school van door de Minister van Onder
wijs on Wetenschappen aan te wijzen bevoegdheden, waarvoor al dan niet wette
lijke akten van bekwaamheid verkrijgbaar zijn. Indien dc Raad van deze moge
lijkheid gebruik maakt, zal een gelijke beloning moeten worden toegekend aan
het personeel van de in do gemeente gevestigde bijzondere kleuterscholen, dat
in hetzelfde geval verkeert.
Hieruit blijkt, dat slechts voor door do Ministor aangewezen bevoegdheden
een beloning kan worden verleend. Tot dusver hooft evenwel een dergelijke aan
wijzing niet plaats gevonden.
De Provinsiale Undorwysrio heeft, in aansluiting aan eerder genoemd schrij
ven, bij brief van 15 september j.l. meegedeeld, dat aan de Minister van Onder
wijs on Wetenschappen is verzocht het diploma Frysk foar do beukerskoallo te
willen aanwijzen als een bevoegdheid, waarvoor de gemeenteraad, behoudens goed
keuring van Gedeputeerde Staten, oen beloning kan toekennen.
Bij brief van 20 oktober j.l. heoft de Minister van Onderwijs on V/eten-
schappon meegedeeld, dat een aanwijzing, als door adressant bedoeld, niet in
zijn voornemen ligt. De Underwysrie hoeft bij brief van 11 januari j.l., onder
aanvoering van diverse argumenten, verzocht doze aangelegenheid nogmaals in
overweging te willen nemen. De tekst van deze brieven ligt bij do stukkon voor
U tor inzage.
Uit het vorenstaande zal U duidelijk zijn, dat hot thans aan de gemeente
raden (nog) niet vrij staat voor bedoeld diploma een beloning too te konnon.
Do Lagor-ondorwijswot 1920 maakt het mogelijk, dat aan onderwijzers bij dc
verschillende soorten van lager onderwijs oen beloning wordt toegekend op grond
van het bezit of hot gebruik maken in de school van de bevoegdheid tot hot ge
ven van onderwijs in hot Frios. Een dergelijke bepaling kent men voor liet voor
bereidend hoger cn middelbaar onderwijs (v.h.m.o.) niet. Hot systeem van bezol
diging is bij het lager onderwijs overigens geheel anders dan bij het v.h.m.o.
Bij het lager onderwijs is de onderwijzer balast met het geven van onderwijs
in moer dan één vak. Een groter aktenbezit geeft bij v.g.l.o. cn u.l.o. b.v.
als regel recht op een hogere bezoldiging.
Bij hot v.h.m.o. doceert men oen bepaald vak en geniet men een bezoldiging
afgestemd op de voor dat vak behaalde ondcrwi jsbovoogdheid. Heoft men duarnaas
een onderwijsbevoegdheid voor oen vak, dat men niet doceert, dan is zulks op
het salaris niet van invloed.