- 2 -
10. "bij niet-naleving van één der verplichtingen, bedoeld in de bedingen
8 en 9 verbeurt de nalatige c.q. overtreder aan de gemeente Leeuwarden
voor iedere overtreding een boete van 10.000,
deze boete is verschuldigd door het enkele feit der niet-naleving, zon
der dat enige uitdrukkelijke ingebrekestelling behoeft plaats te vin-"
den.
d.koper
adres v.d.koper
kad.omschr.
v.h.perceel
te verkopen
grootte
prijs
per m2
opp.v.h.
gehele
perceel
plaatselijke bekend
heid v.h. perceel
totale
prijs
Boersma-
Harl.str.weg 50
Lwd.D.2224
303 (T.2
f 36,—
471 m2
Harl.str.weg 50
- f 10.908,-
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
"Voorzitter.
Vaststelling van een Drank- en Horecaverordening.
Bijlage no. 31Leeuwarden, 20 december 1957-
Aan de Gemeenteraad.
Op 1 november j.l. is de Drank- en Horecawet in werking getreden. Hier
mede verviel, behoudens voor de op die datum bestaande bedrijven waarvoor een
overgangsrecht is geschapen (wij komen hieronder daarop nog terug) de Drank
wet St. 1931, no. 476. Met het vervallen van de Drankwet St. 1931, no. 476,
zijn - eveneens behoudens ten aanzien van de bestaande bedrijven - tevens
de op die wet steunende gemeentelijke verordeningen vervallen. Alvorens U
oen voorstel te doen over het vaststellen van een nieuwe verordening, die
- althans voor het grootste deel - zijn grond vindt in de Drank- en Horeca
wet, lijkt het ons gewenst te Uwer oriëntatie enige aspecten van die wet toe
te lichten en zo nodig te wijzen op de verschilpunten terzake met de Drankwet
St. 1931, no. 476.
Evenals de Drankwet St. 1931, no. 476, behelst de Drank- en Horecawet
een vergunningstelsel. In tegenstelling tot die Drankwet, die diverse soorten
vergunningen kende, kunnen op grond van de Drank- en Horecawet slechts drie
soorten vergunningen worden verleend. Artikel 3 bepaalt hieromtrent"Het is
verboden zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders uit te oefenen:
a. enig horecabedrijf, tot welks uitoefening behoort het bedrijfsmatig ver
strekken van alcoholhoudende dro,nk voor gebruik ter plaatse(restaurants
cafés e.d.
b. het slijtersbedrijf
c. de werkzaamheid, bestaande in het anders dan bedrijfsmatig en anders dan
om niet voor gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholhoudende drank"
(sociëteiten, cantines e.d.)
Een vergunning als hierboven omschreven, wordt slechts verleend, indien:
1. betrokkene voldoet aan de gestelde eisen van zedelijkheid;
2. de inrichting voldoet aan de daaraan uit sociaal-hygiënisch oogpunt gestel
de eisen;
3. betrokkene voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid, handelskennis en vak
bekwaamheid.
Aan de onder 3 bedoelde eisen, waaruit blijkt, dat in de Drank- en Horeca
wet een "vestigingswet" is geincorporeerd, moet voldaan worden respectievelijk
door de ondernemer, de beheerder en de bedrijfsleider. Uiteraard kan het voor
komen, dat deze functies in één persoon verenigd zijn.
Hoewel het reeds uit de bovenstaande limitatieve weigeringsgronden is af
te leiden, merken wij nog op, dat de Drank- en Horecawet niet een algemeen
maximumstelsel kent. Hierdoor is een mogelijkheid tot bedrijfscontinuïteit ge
schapen, die de Drankwet St. 1931, no. 476, niet kende. Ingevolge laatst
genoemde wet was overschrijving van vergunningen en verloven in beginsel
slechts eenmaal mogelijk.
In de Drank- en Horecawet wordt, zoals reeds blijkt uit de opsomming van de
vergunningen, die de wet kent, geen onderscheid meer gemaakt tussen vergunningen
en verloven. Een en ander betekent, dat er in beginsel geen inrichtingen meer
komen waar slechts het tappen van zwak-alcoholhoudende dranken toegestaan is,
behoudens de inrichtingen, in het gebied of van de aard waarvoor het tappen
van sterke drank door de gemeenteraad op grond van artikel 20 van de wet bij
verordening is verboden. Hieronder komen wij op dit punt terug.
De nieuwe wet bevat geen regeling meer over het tappen van alcoholvrije
drank. Daarmee is m.i.v. 1 november 1967 de exploitatie van de verlof B-inrich-
tingen (koffieshops e.d.) vrij geworden. Hu de rijksweugever gemeend heeft
deze materie niet meer te moeten regelen, kan de gemeenteraad op grond van de
bevoegdheid hem toegekend bij artikel 168 van de gemeentewet terzake regelen
treffen.