Hot verschil is, dat in hot ene geval
de financiering door het Rijk geschiedt
terwijl in het andere geval door do
principaal op de kapitaalmarkt de
nodige financieringsmiddelen moeten
worden aangetrokken,,
Ook de woningbouwcorporaties kunnen
premiewoningen bouwen, zulks mot garan
tie voor de aan te gane geldleningen
door de gemeenteDeze garantie zal in
het algemeen tot 9van do stichtings-
kosten beperkt moeten blijven. De
corporaties zullen in beginsel zelf troo
ten beschikken over do middelen voor
de financiering van do resterende 1 O^j
van de stichtingslcosten. In overleg
met de corporaties bezinnen wij ons op
do mogelijkheden terzake. Dat deze
mogelijkheden beperkt zijn staat ech
ter wol vast. Vil de woningbouw op
grote schaal voortgang vinden, dan zal
het accent moeten blijven liggen op
de bouw vo,n do zogenaamde woningwet
woningen.
22. Een lid \rccs er op, dat de
Leeuwarder industrie perso
neel heeft moeten aantrekken,
dat aanvankelijk in de agra
rische sector werkzaam was.
De onmogelijkheid om aan deze
mensen in do stad aan hun
eisen beantwoordende wonin
gen te verschaffen leidt er
toe, dat een aanzienlijke
pendel is ontstaan en blijft
bestaan.
Dit lid vroeg of er een moge
lijkheid kan worden geschapen
voor het bouwen van goedkope
re ééngezinswoningen.
23. Een ander lid vroeg of er ge
legenheid kan worden geschapen
ergens in do stad een complex
kleine woningen voor bejaarden
en alleenstaanden te bouwen.
Deze mogelijkheid lijkt ons niet voor
de hand te liggen. Het lijkt ons in
strijd te zijn met een verantwoord
woningbouwbeleid om nu nog woningen
te bouwen zonder de voorzieningen,
die nu al haast gemeengoed beginnen
te worden en dat na verloop van korte
tijd stellig zullen zijn.
Alleen via doorstroming van goedkope
naar de duurdere moderne woningen kan
v/orden voldaan aan de vraag naar goed
kopere ccngozinswoningen(mot minder
comfort)
23 en 24.
De huisvesting van bejaarden heeft onze
aandacht. Al naar de behoefte bestaat
trachten wij daarin, zoveel als moge
lijk is, te voorzien.
24. Veer een ander lid gaf daarop
te kennen, dat het afzonderen
van bojaarden en alleenstaan
den in bepaalde complexen,
waar weinig gelegenheid voor
contact met gezinnen zou be
staan, niet een juiste oplos
sing zou zijn.