zijner tijd een voorstel tot kredietverhoging moeten doen. Wij achten
dit geen bezwaar, omdat het bedrag van 6.000,-- al sedert 1963 ongewijzigd
is gebleven.
Wij delen U nu reeds mede, dat wij overwegen U te dezer zake voor 1969
en volgende jaren een op een geheel andere basis steunend voorstel te doen.
Met de verdeling van- dit subsidie, dat uiteindelijk in verband met het vrij
grote aantal verenigingen voor elke organisatie een bescheiden bedrag ople
vert, is veel werk gemoeid, zowel voor de verenigirgen ais voor de secretarie.
Daarbij blijft de verdelingsregeling niet ten volle bevredigend. Wij twijfe
len er dan ook aan, of het subsidie op deze manier wel voldoende aan zijn
doel beantwoordt. Wij hebben het voornemen te onderzoeken, of het zinvoller
is een meer algemene bestemming aan het jeugdwerksubsidie te geven. Aangezien
dit onderzoek vermoedelijk geruime tijd zal vergen achten wij het niet wense
lijk om reeds voor 1968 af te stappen van het verdelingssysteem.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan vereni
gen, stellen wij U voor over te gaan tot het vaststellen van de in ontwerp
hieraan gehecht regeling voor 1967 en 1968. Behoudens een vereenvoudiging van
de in te zenden gegevens, zijn de algemene bepalingen van de oude regeling
onveranderd gebleven.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
ONTWERP.
Subsidieregeling jeugdwerk voor de jaren 1967 en 1968.
Het subsidie ten behoeve van het jeugdwerk bedraagt over elk der jaren
1967 en 1968: ƒ1,-- per lid (per 1 januari van het betreffende jaar)
10^ der contributie-opbrengst en 5Ofo van het ten behoeve van de kadervor
ming uitgegeven bedrag over dat jaar. Het subsidiebedrag wordt afgerond op
hele guldens. Het minimum subsidie per voor een subsidie in aanmerking ko
mende organisatie bedraagt 10,-- per jaar.
Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten de jeugdorganisaties aan de
volgende voorwaarden voldoen:
a. ten minste 10 leden hebben;
b. een zelfstandige organisatie zijn, die naar het oordeel van Burgemees
ter en Wethouders vormend werk onder de jeugd verricht;
c. aangesloten zijn of zich alsnog aansluiten bij een landelijke organi
satie, indien een daarvoor in de termen vallende organisatie bestaat,
d. aangesloten zijn bij de Sectie Jeugd van de Leeuwarder Gemeenschap;
e. blijkens de gehouden enquête over de jaren 1963 en 1964 een contribu
tie-opbrengst hebben van gemiddeld tenminste 20,-- per jaar;
f. niet ingevolge een andere gemeente lijke subsidieregeling worden gesub
sidieerd;
g. niet uitsluitend op politiek, economisch of godsdienstig gebied werk
zaam zijn.
De organisaties, die voor subsidie over 1968 in aanmerking wensen te komen,
moeten vóór 15 juli 1968 een schriftelijk verzoek daartoe indienen bij
Burgemeester en Wethouders onder overlegging van de volgende gegevens:
a. naam van de organisatie;
b. voorzover betreft een overkoepelend orgaan, de namen der aangesloten
verenigingen of clubs;
c. datum van oprichting der organisatie;
d. volledige namen en adressen van voorzitter, secretaris en penningmees
ter en van de jeugdleider;
e. opgave van het aantal leden per 1 januari 1968
f. de naam van de landelijke organisatie, waarbij men is aangesloten;
g. opgave van de mate waarin leiders van de landelijke organisatie plaat
selijk leiding hebben gegeven;
h. eventueel andere gegevens, nodig voor een juiste bepaling van het sub
sidie en van de beoordeling of vormend werk onder de jeugd wordt ver
richt
i. een volgens door Burgemeester en Wethouders te verstrekken richtlijnen
gespecificeerd exploitatie-overzicht van 1967, c.q. het boekjaar eindi
gende in 1967? met toelichting;
j. voorzover betx-eft een overkoepelend orgaan tevens de onder i genoemde
gegevens van de aangesloten verenigingen of clubs.
De organisatie moet een ledenadministratie bijhouden, tenminste bevattende
de namen, adressen en geboortedata der leden, benevens de verschuldigde
contributie en de data van toe- en uittreding.
De boekhouding moet zodanig wrorden gevoerd, dat daaruit de volgens de te
verstrekken richtlijnen in te zenden exploitatie-overzichten vanzelfsprekend
voortvloeien
Desgewenst dienen de organisaties inzage te geven in de ledenadministratie
en de boekhouding aan een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen
ambtenaar, die met de controle is belast.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de Raad der gemeente Leeuwarden van
Voorzitter.
Secretaris.