f
- 2
In deze zitting, waarvan het proces-verbaal voor IJ bij de stukken ter
inzage is gelegd, merkte de heer Kalma op, dat ondanks het feit dat de gelde.-;
de voorschriften verouderd zijn deze toch nog zo stringent worden toegepast,
De ter plaatse neergelegde bestemming moet uit stedebouwkundig oogpunt
als juist worden aangemerkt en zal in een nieuw bestemmingsplan voor dit ge
bied ongetwijfeld worden gehandhaafd. Het leggen van een woonbestemming ter
plaatse, wat oen enclave zóu_b etekenen in dit grote agrarische gebied, ia ni-
wel verdedigbaar, zodat.toepassing van artikel 20 der Wederopbouwwet in dit
geval geen oplossing kan bieden.
De mogelijkheid om het perceel op te nemen in het in voorbereiding zijn
de ontwerp-bestemmingsplan Goutum is eveneens uitgesloten aangezien dit plan
zich niet zover langs de Wergeasterdyk zal uitstrekken.
Het wijzigen van de bij het geldende uitbreidingsplan behorende overgang
bepaling biedt evenmin een oplossing. Gedeputeerde Staten en de Kroon staan
blijkens constante jurisprudentie op het standpunt dat uitbreiding van in
strijd met het geldende plan aanwezige bebouwing niet kan worden toegelaten.
Wij zijn dan ook van mening dat de gevraagde vergunning voor het uitbrei
den van de woning Wergeasterdyk 50 te Goutum terecht is geweigerd en wij
stellen U voor het beroep ongegrond te verklaren.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Ho. 5307.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Beschikkende op het door de heer M. Kalma te Goutum bij schrijven
van 12 januari 1968, ingekomen op 15 januari 1968, ingestelde beroep tegc
het besluit van Burgemeester en Wethouders van 15 december 1967? ver
zonden op 22 december 1967? waarbij de gevraagde vergunning voor het uitb
den van de door hem bewoonde woning Wergeasterdyk 50 te Goutum, kadastraa
bekend gemeente Huizum, sectie F, no. 480, is geweigerd-
overwegende, dat de onderwerpelijke woning ligt binnen het gebied
waarvoor het uitbreidingsplan in hoofdzaak van de gemeente Leeuwaröera-
deel geldt;
dat genoemde woning bestaat in strijd met dit uitbreidingsplan, om
dat de grond ter plaatse een agrarische bestemming heeft, terwijl de
woning bovendien in zijn geheel vóór de geldende voorgevelrooilijn is
gelegen
dat blijkens de overgangsbepaling van de bij voornoemd uitbreidings
plan behorende bebouwingsvoorschriften woningen en andere gebouwen, die
tijdens de vaststelling van het plan aanwezig waren, in afwijking van de
bestemming volgens dit plan, voor een gedeelte of, met in achtname van
de rooilijn geheel mogen worden vernieuwd dan wel herbouwd, mits de
vernieuwing of herbouw, wat indeling en hoogte betreft geschieden over
eenkomstig het vorige gebouw
dat het onderhavige bouwplan evenwel voorziet in de uitbreiding
van de bestaande woning hetgeen op grond van voormelde overgangsbepaling
niet mogelijk is, zodat Burgemeester en Wethouders de gevraagde vergunnin
terecht hebben geweigerd;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 februari
1968 (bijlage no. 125)*
gelet op het bepaalde in artikel 51 van de Woningwet;
BESLUIT
het verzoek om voorziening ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris