O
c+
H-
H
H
H PbJ
ra
w Sn
O H- O
P F3
O
W O
O c+ ro
O c-|-
O H O
CJ. p O
H3 O c:
0 P
H- PJ
1 c_i. O
I ra hi
ra
ti o
O ch P
IVO O
l-J o H-
o
1 O
O
O
c+
C+"
c+
<rt"
c+
Vi,
O
0
0
H-
c+
O
0
0
0
cP
N 11
H- H-
11
j
C_J.
H-
i->
CJ.
VM
X
H,
0
f—
O
ro
ro
o <j
ra
ra tr4
t o
c+
_i ja
P
t1
0
H-
P-
ra
p
1
o =s
o o
hi
O
pp
H-
0 N
P P
O pj S
o o 1—1
oop
1
J
-j
c
1
0
0
0
0
c
0
ra ra i-3
o o p o
1—o 1—1
Vaststellen exploitatie-vergoedingen over 1961, 1962 en 1963 aan de "besturen
van bijzondere kleuterscholen.
Aan de Gemeenteraad.
De besturen van de in d»ze gemeente gevestigde bijzondere kleuterscholen
hebben aanvragen ingediend om toekenning van de exploitatie-vergoedingen, be
doeld in artikel 73) eerste en tweede lid, der KleuteronderwiJswet over de
Jaren 1961, 1962 en 1963»
De gemeentelijke vergoeding wegens exploitatiekosten aan de besturen
van bijzondere kleuterscholen valt uiteen in een vergoeding per lokaal en
een vergoeding per kleuter. De eerste vergoeding dient ter bestrijding van
de kosten van onderhoud, verlichting, verwarming en schoonhouden van het
schoolgebouw en wordt berekend over het aantal gebruikte lokalen, dat naar
de maatstaf van artikel 43 noodzakelijk is te achten. De minister van Onder
wijs en Wetenschappen bepaalt jaarlijks het bedrag per lokaal.
De tweede vergoeding dient ter bestrijding van de kosten van het onder
houd van de schoolmeubelen, het onvikkelingsmateriaalde hulpmiddelen en
schoolbehoeftende kosten van aanschaffing van ontwikkelingsmateriaal, hulp
middelen en schoolbehoeften, voor zover die aanschaffing strekt ter vervanging
van ontwikkelingsmateriaal en hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig ge
bruik niet meer kunnen worden gebruikt, of tot aanvulling van de voorraad
van schoolbehoeften in verband met de vermindering door gebruik en alle an
dere uitgaven ter verzekering van de goede gang van het onderwijs. Deze
vergoeding wordt berekend over het gemiddelde aantal kleuters volgens de
maatstaf van artikel 20 en bedraagt per kleuter ook een bedrag, dat de minis
ter daarvoor jaarlijks bepaalt.
Op grond van artikel 75» vierde lid, der wet zijn jaarlijks voorschotten
óp deze vergoedingen verleend.
De vergoeding, welke de gemeente over elk dienstjaar krachtens artikel
77 der wet van het rijk ontvangt, is gelijk aan het bedrag, dat de gemeente
ingevolge artikel 73) eerste en tweede lid, aan de besturen der bijzondere
kleuterscholen verschuldigd is.
De normbedragen zijn voor het Jaar 1961 door de minister vastgesteld
op f.940,per lokaal voor een gemeente van de eerste klasse, respectieve
lijk f.800,-- voor een gemeente van de derde/vierde klasse (Lekkum), en op
f.12,80 per kleuter. Voor het Jaar 1962 zijn deze bedragen vastgesteld op
respectievelijk f.1030,--, f.800,en f.14)-- en voor 19^3 °P f.1420,--,
f.955,-- en f.14,90.
Voor de berekening van de toe te kennen vergoedingen mogen wij IJ ver
wijzen naar bijgaande ontwerp-besluiten, waaruit tevens blijkt, dat voor het
Jaar I96I een verrekening met de schoolbesturen meet plaatshebhen in verband
met de door dezen ontvangen voorschotten, terwijl voor de Jaren 1962 en 1963
de vergoedingsbedragen gelijk zijn aan de verleende voorschotten.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor te besluiten overeen
komstig de bijgevoegde ontwerpen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
o o r-
i1 hi
H- <2
FV P P
P O
x pj c+
WO P
O hi O
O P ch
hi O
I-' O S
p p p-
P ra c+
P* 0*2
0 p o
P tl p
tl
ti o
p
[\0
rv>
I hi
C+
C+-
bd p
0 VO H-
4 0\d-
CD cP
PT
0
P
11
1—1
P
c+
P
P^
O
O
p
P
P
0*3
t—1
0
c+
0
0
P
4
P
P
ui
uj
c+
P
P
0*3
O
0
P
0
P
0
P
O
11
O
P
pJ
h-1
1—1
l—
h-1
H-
O
0
P
P
P
pj
PJ
<1
0
O
O
4
O
0*3
O
bd
O
O
O
O
4
P
PJ
0
CP
H'
Q
P
P
pp
4
O
0*3
0
0
c+-
CQ
p
c+
0
0
O
O
4
P
4
4
4
B
O
N
0*3
o
c+
H-
P
P
p
pj
P
4
c+-
O
p-
PJ
H*
4
H-
0
!-j
H*
0*3
O
P
0*3
O
4
P
C_i. C_J.
p
UI
0
c+
<rh
CQ
w
CQ
cf-
P
4 0
0
c+-
0
c+-
c+
H»
PJ
P 4
H-
pp
H-
ere
0
0
P 0
tH
O
0
O
p
pp
4
1—P
0
1
0
PP
P
c+
5:
H*
PT
c+-
p
ci-
4
H-
H-
c
PT
H-
H-
pj
P
C_J.
H- H-
P
P
tP
P
0*3
U)
<^J. P
B
CA3
0
CT5
N 0*3
0
O
P
h-J
P
I-1
0
pj O
0
P
w
P
0 O
P
4
O
c+
4 4
c+
PJ
0
0
0
4
pr
4
P
I—1
0
t-1 0
w
1
0
O
0 p
0
p
£T
p 1
P-
0
trl-
O
c4-
0
W
0
O
0
0
ert-
4
11
4
1
bd
P
m
P
O
m
PT
0
pr
Xfl
UI
4
0
0
<rh
pr
cr
B
4
0
4
P
P
'P
p
P
P
p
ro
c+
0
c+
P^
0N
4^
s.
sa
c4-
C^3
tr*
P
0
P
PT
4
PT
P^
P
B
1
K\\-
X
X
X
H
b
0
o
O
A
ro
ro
-P!
0
0
-PI
0
VJ1
0
\J1
f-3
O
c+-
P
P
V»
c+- o
o o
t4
1
S'
t- p
P p
P ra
C_l.
Hj p
c+" PO
c+
P
0*2
P HH
OOP
ra tl H-
P O
b P hi
tl p
o ca p
hi H-
ra p IV)
O ch x
P" P
O Ch
O o
1P
P
X
t
vn
ON
ro
VO
ov
0 0
O
VJl
vn
O
Pj 4
H» 0
X
X
X
X
p O
CP? PP
O
O
O
bd C+
ro
ro
0
ro
ro
ro
ro
4 0
ro
10
bd
PP
C+-
II
Pj
sa
II
P
II
h+3
P
Pj
P
1!0
II -A
C+
il-P*.
i.
114^
ro
cr\
—i.
O
on
p^
II-
e
O
O
e
0
—4
0
II4
-P'
(Tx
-01
O
VO
-O
l!V_n
ov
4^
on
4
4^
VJl
pj
II4
0
on
O
-O
on
1
0
0
4
II-
non
110
II
1
1
l
I
l
on
O
1
1
P* P* P ch
00 P
O ch p* p
ch ti c+ ch
o o
ra
ch
P
P
hi
Bijlage no.138- Leeuwarden, 28 februari 1968.