Bij lag-c JB
1)
674-— 731.— 759.787.— 815.— 843.— 871 899.— 927.—
787.— 815.— 843.— 871.— 899.— 927.— 955.— 983.—
843.— 871.— 899.— 927.— 955.— 983-— 1011.— 1040.—
955.— 983-—1011. 1040.— 1070.-- 1099.— 1129.— 1158.—
1070. 1099. 1129. 1158.1188.— 1217.— 1247.— 1276.
Do aftrek voor kost en inwoning bedraagt f.157.
per maand; de aftrek uitsluitend voor kost be
draagt f.80.por maand.
3) Degene die in het bezit is van zowel het diploma
ziekenverpleging A als B geniet een toelage, ter
grootte van één periodieke verhoging. Indien be
trokkene reeds het maximumsalaris van de voor hem
geldende schaal heeft bereikt, wordt voor de bere
kening van deze toelage het naast hogere bedrag
uit de daarop volgende salarisschaal in aanmerking
genomen.
4) De verplegende, in het bezit van het diplome, zieken
verpleging B, en in opleiding voor het diplome, zieken
verpleging A, wordt gedurende deze opleiding bezoldigd
volgens het minimum salaris van schaal 1. Na het behalen
van dit diploma wordt dit salaris vermeerderd
met twee extra periodieke verhogingen. Werd reeds
een bepaalde anciënniteit in de schaal verworven en
achten Burgemeester en Wethouders het behalen van het
diploma ziekenverpleging A in het belang van de dienst,
dan wordt betrokkene gedurende deze opleiding bezoldigd
volgens het bij de aanvang daarvan bereikte salaris.
1. verplegende 1) 3) 4)
schoolverplegendo
2. verplegende A 1) 3)
waarnemend 1e
verplegende 1) 3)
3. 1e verplegende 1) 3)
schoolverplegende A
4. 1e verplegende A 1)
waarn.hoofdverplegende 1)
5. hoofdverplegendo 2)
2) De aftrok voor koot en inwoning bedraagt f.190.--
per maand; de aftrek uitsluitend voor kost be
draagt f.80.por maand.
Na het behalen van het diploma ziekenverpleging A wordt
dit salaris eveneens vermeerderd met twee extra periodieke
verhogingen.
4» rnKk»/ 1 jtSLl IbkRjÈjfeiaISJSÊ: 'i
•ajè.