1 - 32 - 12. Eon lid vroeg of de gemeente niet een te star standpunt in neemt bij de onderhandelingen met aannemers en beleggers over de woningbouw in 't Aldlan. 13. Is het mogelijk, dat de gemeente daar, nu de onderhandelingen zo traag verlopen, toch tot straat- aanleg overgaat. Wellicht zou dan de bouw in die wijk, met na me die van kleine complexen en van enkele woningen op gang kunnen komen. 14» Een lid vroeg waarom in de aan biedingsbrief over bestemmings plannon voor Lekkum en Wytgaard niets wordt gezegd. 15= Een lid gaf uitdrukking aan zijn misnoegen over de gang van zaken in de saneringsgebieden. Do gemeente heeft diverse pro jecten onder handen, maar ner gens zit er voldoende schot in. Kan niet meer geconcentreerd in een wijk worden gewerkt waar de sanering dan ook kan worden voltooid. Is het mogelijk door onteige ning de panden die de gemeente niet heeft kunnen kopen in eigendom te krijgen? Dit lid drong er op aan zo snol mogelijk tot afbraak van de saneringspanden over te gaan. Tevens vroeg dit lid of de slopersbedrijven de terreinen v/el goed opleveren. 16. Een lid vroeg of de gemeente bij do sanering van Werlcmans- lust wel redelijk te werk gaat Wij menen juist aan de onderhandelings partners een vrijheid te hebben gege ven, die voor Leeuwarden nieuw is. Het wil ons voorkomen, dat de onder handelingen vrij vlot zijn verloper.. In overleg tussen gemeente en bouwers worden thans met spoed plannen voorbe reid voor de detaillering van een gedeelte van het plan 't Aldlan. Vooruitlopende op het resultaat daai- van zullen wij U echter binnenkort voorstellen ons een krediet te verlc xen voor het aanleggen van enkele hoofd straten ter verdexe ontsluiting van het onderwerpelijke gebied. Wij hebben dit achterwege gelaten, omdat v/ij na de uitvoerige aanbie dingsbrief van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1967 niet naar volledigheid hebben gestreefd, doch meenden ons thans zo voel mogelijk ;c kunnen beperken. Voor dit misnoegen hebben wij begrip. Ook wij zijn niet altijd gelukkig met bepaalde toestanden. In hot algemeen streven wij er naar voor sanering aangekochte panden zo spoedig mogelijk af te breken. Alhoewel daardoor do sanering van de rost van do wijk wordt bespoedigd, hoeft zulks toch voor de nog in een dergelijke wijk woonachtige burgers oen kwalijk gevolg. Mede mot het oog daarop voeren wij terzake een zo geconcentreerd mogelijk beleid. Dat wil niet zeggen, dat wij buiten nadrukkelijk aangov/ezen wijken geen panden zullen afbreken; ton aanzien daarvan plegen wij echter moer omzichtig te werk te gaan. Bij afbraak van panden wordt er van gemeentewege op toe gezien, dat vrij komende terreinen goed schoon en ontdaan van puin, funderingen enz. v/orden opgeleverd. Tenslotte merken wij nog op, dat onteigening van saneringspanden in het algemeen eerst mogelijk is, nadat voor het betreffen de gebied een bestemmingsplan is vast gesteld. Naar onze mening stellig.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 35