- 6 -
19. Eon lid vroeg of hot comité
Leeuwarden Frieslands kern
nog bestaat.
20. Eon ander lid vroeg of de
colleges van Burgemeester en
bothouders van de drie noorde
lijke hoofdsteden na januari
19^7 nog regelmatig bijoen
gekomen zijn.
21Een lid vroeg waarom het
college van oordeel is, dat on
ze gemeente voorlopig nog in
sterke mate op do bouw van
woningwetwoningen aangewezen
zal blijven.
Baarbij wordt gedacht aan andore
maatregelen ter bevordering van
industrievestiging, zoals het
regelmatig doen verschijnen van een
periodiek net gerichte informatie
over Loom/arden, het opstellen van
een nieuwe dokumentatie over Leeuwar
den voor degenen die hier een bedrijf
zouden willen vestigen, het nader
onder ogen zien van gewenste vesti
gingsplaatsen voor lokale, kleinere
bedrijven.
Voorts zouden in dit bestuur do in
de Industrieraad, voor Leeuwarden
van belang geachte onderworpen
voorbesproken moeten worden.
Ook zou oen nadere studio gemaakt
kunnen worden over hot op voorraad
bouwen van industriehallen.
Het ligt in do bedoeling het bestuur
van de Gtichting mot oen 4~tal
vertegenwoordigers van het bedrijfs
leven uit te breiden, terwijl het
bestuur net een grotore frequentie
bijeen zal komen.
Het comité Leoui/ardon Frieslands kern
is niet ontbonden.
Mode gelet op het gestelde in de
antwoorden op de beide voorafgaande
vragen lijkt er bij do huidige gang
van zaken geen taak neer voor dit
comité te zijn. Het het comité zo/1
contact worden opgenonen over de vraag
of hot kan worden ontbonden.
Hadien is er nog oen bijeenkomst,
als in de vraag bedoeld, gehouden.
In het laatst van 1967 zouden de
drie colleges weer bijeenkomen,
maar deze vergadering is uitgesteld
omdat ven/acht werd, dat op zeer kor
te termijn do nieuwe nota over hot
Hoorden des lands zou verschijnen,
bij verwachten, dat binnenkort weel
een vergadering van do colleges van
Burgemeester en bothoudors van de
drie noordelijke hoofdsteden zal
plaats hebben.
bij delen U node, dat na hot schrij
ven van de aanbiedingsbrief enkele
nieuwe regelingen zijn vastgesteld
mot betrekking tot do subsidiëring
van de woningbouw. Op grond van deze
regelingen zal het huurniveau voor
woningwet- en premiewoningon - uiter
aard voorzover identiek uitgevoerd -
gelijk zijn.