Archeologische monumenten.
Bijlage no. 251. Leeuwarden, 12 juni 1968.
Aan de Gemeenteraad.
Bij schrijven van 11 maart j.l., no. M.A. 141698, heeft de Minister
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk U een op grond van art. 8,
5e lid, der Monumentenwet ontworpen lijst van archeologische monumenten in
de gemeente Leeuwarden doen toekonen. U kunt de Minister vóór 11 juli a.s.
in overweging geven monumenten aan de lijst toe te voegen of daarvan
af te voeren.
De aangewezen archeologische monumenten (terpen en stinsterreinen) liggen
m.u.v. het Oldehoofsterkerkhofbuiten de stedelijke bebouwing en wel ten
oosten van Lekkum, in Goutum, ten zuiden van Hempens en ten noorden en ten
zuiden van Wytgaard. De juiste plaatsen zijn op de bij de stukken ter
inzage gelegde kaarten met een gele kleur aangegeven.
Naar onze overtuiging zal het merendeel der aangewezen monumenten
de eerste decennia geen moeilijkheden opleveren voor de stedehouwkundige
ontwikkeling van Leeuwarden. De aanwijzing van terreinen in het dorp
Goutum zou een belemmering kunnen zijn voor het in voorbereiding zijnde
bestemmingsplan, doch wij zijn van mening, dat eventuele moeilijkheden door
tijdig overleg kunnen worden opgelost. Hetzelfde geldt voor het Oldehoofster
kerkhof. Het daaromtrent reeds gevoerde overleg wettigt de verachting,
dat voor de voorgenomen reconstructie van het plein geen moeilijkheden
zullen ontstaan.
V/ij geven U dan ook in overweging de Minister mede te delen, dat IJ
tegen vaststelling van de lijst van archeologische monumenten voor de
gemeente Leeuwarden geen bezwaar heeft.
Burgemeester en V/ethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.