Aanleg trap "bij de Van Harinxmabrug.
Bijlage no. 306 Leeuwarden, 4 september 1968.
Aan de Gemeenteraad.
Bij de behandeling van ons voorstel van 27 juli 1967 (bijlage no. 222)
tot het aanleggen van een rijwielpad langs de oostzijde van de noordelijke
oprit van de Van Harinxmabrug in Uw vergadering van 7 augustus 1967 is door
een van Uw leden gesuggereerd een trap te maken tussen de oprit van de brug
en het aan te leggen rijwielpad. Wij hebben toegezegd hiernaar een onderzoek
te zullen instellen.
Dit onderzoek is inmiddels voltooid. Gebleken is, dat door middel van een
trap een rechtstreekse verbinding als bovenbedoeld tot stand kan worden go-
bracht. Het betreffende plan ligt bij de stukken voor U ter inzage. De kosten
van het maken en stellen van de trap, inclusief het maken van een betegeld
toegangspad, zullen naar raming 5«500,-- bedragen. Dit bedrag is naar onze
mening aanvaardbaar.
In Uw eerdergenoemde vergadering van 7 augustus 1967 heeft U besloten de
kosten van de aanleg van het rijwielpad -ƒ 36.000,-- - te dekken door 1e be
schikken over een gedeelte van de reserve voor openbare werken. Wij zijn van
oordeel, dat de kosten van 5-500,-- op dezelfde wijze kunnen worden gedekt.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie en de Commissie Openbare
Werken zich met het vorenstaande kunnen verenigen, geven wij U in overweging
te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Wij merken nog op, dat voor het maken en hebben van de trap in het talud
van de oprit naar de brug een vergunning benodigd is van de Rijkswaterstaat.
De betreffende vergunning is inmiddels door ons aangevraagd.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
