Hoofdstuk II» Overige voorschriften in verband met parkeermeters Artikel 5. Het is verboden in enig door Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 1 aangewezen tijdvak op een bij een parkeermeter behorend, van gemeentewege gemarkeerd ^weggedeelte, enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan. Artikel 6. liet is verboden een fiets of een bromfiets tegen een parkeermeter te plaatsen of te laten staan, dan wel zodanig voertuig bij een parkeer meter te plaatsen of te laten staan op zodanige xirijze, dat daardoor het gebruik van de meter kan worden belemmerd of verhinderd. Artikel 7. 1Burgemeester en Wethouders zijn gemachtigd van de verbodsbepaling, vermeld in artikel 2, ontheffing te verlenen. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de ver bodsbepaling, vermeld in artikel 5, ontheffing verlenen. Artikel 8. Voor zover op overtreding van enige bepaling van deze verordening niet reeds straf is gesteld in artikel 139 van het Reglement verkeers regels en verkeerstekens, wordt overtreding daarvan gestraft met hech tenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. Artikel 9. Onverminderd het bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van Straf vordering zijn met het opsporen van overtredingen van deze verordening belast de daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen nerkeer— wachters Artikel 10. 1. Deze verordening treedt in werking op 1 september 1968. tZij kan worden aangehaald onder de titel "Parkeermeterverordening" Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. No. 13243 "b- DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 augustus 1968 (bijlage no. 337); BESLUIT s vast te stellen de volgende verordening? Verordening op de heffing en invordering van een belasting wegens parkeren op de openbare weg. Artikel 1 Onder de naam parkeergeld wordt een recht geheven voor het parkeren van een motorvoertuig als bedoeld in de Parkeermeterverordening op de door Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 1 van die verordening aangewezen weggedeelten. Artikel 2. Het recht is verschuldigd door degene, die voor het parkeren van een motorvoertuig gebruik maakt van een aangewezen weggedeelte, als bedoeld in artikel 1 Artikel 3. Voor het parkeren van een motorvoertuig als bedoeld in de Parkeer meterverordening op de door Burgemeester en Wethouders op grond van artikel 1 van die verordening aangewezen weggedeelten, is verschuldigds a. voor aangewezen weggedeelten, waar ten hoogste een half uur achter een mag worden geparkeerd, per half uur of gedeelte daarvan 0,10; b. voor aangewezen weggedeelten waar ten hoogste één uur achtereen mag worden geparkeerd? 1 bij een parlceerduur van ten hoogste een half uur achtereen f 0,10; 2. bij een parlceerduur van ten hoogste één uur achtereen 0,25, Artikel 4. Het volgens artikel 3 verschuldigde parkeergeld wordt door middel van parkeermeters bij vooruitbetaling voldaan. Artikel 3. De door middel van parkeermeters ontvangen gelden worden door één of meer door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ambtenaren afge dragen op door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijdstippen en wijze. Artikel 6. Voor de toepassing van artikel 299» vijfde en zesde lid, juncto artikel 300 van de gemeentewet treedt de controleur der gemeentebelas tingen of bij diens afwezigheid of ontstentenis zijn plaatsvervanger in de plaats van de Burgemeester.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 318