- 2 - Artikel 7. Deze verordening, welke kan worden aangehaald onder de naam van "Parkeergeldverordening", treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin de Koninklijke goedkeuring zal zijn verleend. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter, Secretaris Toelichting bij artikel 1 In verband met de uiteenlopende en dikwijls wisselende verkeers situaties is hier een formulering gekozen, waarbij de nadere uitwerking van het parkeermetersysteem aan Burgemeester en Wethouders wordt opge dragen. Hierbij kan worden gedacht aan de maximaal toelaatbare parkeer- duur, aan de wegen of weggedeelten, waar meters geplaatst zullen worden, aan het aantal meters, aan de daarbij behorende markeringen en aan de uren, waarop het gebruik van de meters verplicht zal zijn. Toelichting bij artikel 2. De bepalingen ad a en b verbieden het laten staan van een motorvoer tuig bij een meter, die niet is ingeschakeld. Het bepaalde onder c beoogt dubia te weren, welke zouden kunnen ontstaan bij het parkeren van b.v. twee kleine driewielers in één vak. Het parkeren buiten een vak is reeds verboden op grond van artikel 125 van het Reglement verkeers regels en verkeerstekens. Toelichting bij artikel 3. Dit artikel beoogt een goede parkeerdistributie te verzekeren door strafbaarstelling van manipulaties, die de meter onklaar kunnen maken. In gevallen waarin anderen dan autobestuurders bedoelde handelingen zouden verrichten, zal veelal een vervolging kunnen worden ingesteld op grond van zaakbeschadiging. Toelichting bij artikel 4. Deze bepaling houdt het zgn. bijvulverbod in, dat de strekking heeft de parkeerduur te beperken en een rationele controle op over schrijding van de maximaal toegestane parkeerduur mogelijk te maken. De gekozen formulering laat toe, dat een parkeerder gebruik maakt van de parkeertijd, die zijn voorganger onbenut heeft gelaten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 319