No. 6910. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gezien het voorstel van Burgemeoster en Wethouders van 2 mei 1968 (bijlage noo 218); gelet op hot bepaalde in artikel 51? lid 3 der Woningwet; BESLUIT; do beslissing op het door mevr. G. Iliedema-don Daas ingestelde beroep tegen de weigering van de door haar gevraagds bouwvergunning voor het uitbreiden van de bungalow Tylkedam 37? alhier, voor ten hoogste twee maanden te verdagen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Ontbinden erfpachtsovereenkomsten m.b.t. stroken grond aan de Insulindestraat de Bleeklaan, de Camminghastraat en de Alma Tademastraat. Bijlage no. 219 Leeuwarden, 3 mei 1968. Aan de Gemeenteraad. Ter gelegenheid van het leggen van de hoofdleidingen van het Centrale rioleringsstelsel in het oostelijke stadsdeel zijn de betreffende straten in de meeste gevallen gereconstrueerd door het aanbrengen van een asfaltverhar- ding op een verbrede rijweg en het maken van parkeerstrokenVoor het verwe zenlijken van deze in een eerder stadium door U vastgestelde plannen diende een aantal grondstroken van voortuinen van aan die straten gelegen percelen te worden aangekocht of aan de erfpacht te worden onttrokken. Ten aanzien van een aantal gevallen geschiedde de aankoop van grondstroken bij Uw besluit van 18 september j.l., nos. 13269, 13269a en 13269b. Tot het verlenen van mede werking aan het ontbinden van erfpachtsovereenkomsten met betrekking tot per ceelsgedeelten, gulegen aan de Tjerk Hiddesstraat, werd door U besloten op 22 april j.l. Inmiddels hebben wij met de erfpachters van aan de Bleeklaan, de Insulin destraat, de Alma Tademastraat en de Camminghastraat gelegen percelen, over eenstemming bereikt omtrent het ontbinden van de erfpachtsovereenkomsten be treffende de reeds voor wegverbreding in gebruik genomen perceelsgedeelten. De bereidverklaringen van deze erfpachters zijn ter inzage gelegd. De daarin vermelde gebruikelijke voorwaarden zijn voor de gemeente aanvaardbaar. Met de erfpachter van hut perceel Bleeklaan 39 (hoek Cambuursterpad) kon den wij geen minnelijke overeenstemming omtrent een erfpachtsontbinding berei ken omdat butrokkene van mening is, dat hij de voor een juiste aansluiting van het Cambuursterpad op de Bleeklaan benodigde grondstrook ter oppervlakte van plm. 2e m2 niet kan missen in het kader van zijn bedrijfsvoering. V/ij zijn daarentegen van oordeel, dat het gebruiken van een langgerekte smalle strook van het betreffende perceel voor het omleggen van het trottoir ter plaatse voor de bedrijfsvoering van betrokkene geen belemmering zal vormen en dat derhalve hier hut algemeen belang moet prevaleren. Op grond van de artikelen 22 en 30 van de in hut onderhavige guval van toepassing zijnde erfpachtsbe- palingon van 191? hebben wij dan ook aan de erfpachter en aan de hypothecaire schuldeiser kennisgegeven van ons voornemen om aan voor te stellen de be ëindiging van het erfpachtsrecht op de benodigde grondstrook op gronden van algemeen nut uit te spreken. Betrekkenen hebben geen gebruik gemaakt van do mogelijkheid om bezwaren tegun dit voornemen in te dienen. Voor hut toekun nen van een schadevu-rgoeding aan de erfpachter zijn in het onderhavige geval geen redenen aanwezig. De erfpachtscanon van het resterende perceelsgedeelte dient uiteraard naar evenredigheid te worden verminderd. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten over eenkomstig de hierbij gevoegde ontwerpen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 41