No. 7954»
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 mei
1968 (bijlage no. 236);
BESLUIT:
een schenking, groot 25.OOO,van do Koninklijke Nedorlandsche
Voetbalbond te s-C-ravenhage - ton behoeve van de bouw van een sporthal
ten noorden van do Van Loonstraat - te aanvaarden en voor deze
schenking zijn erkentelijkheid te betuigen.
Aldus vastgesteld in do openbare vergadering
van
Voorz itter
;cretariE
Voorstel tot intrekking van de verordening ingevolge artikel 4 van de Winkel
sluitingswet 1951 (halvedagsluiting)
Bijlage no. 237» Leeuwarden, 24 mei 1968.
Aan de Gemeenteraad.
Naar aanleiding van ons voorstel d.d. 18 oktober 1967 (bijlage no. 303)
om het verzoek van de Commissie-centrumwinkeliers tot afschaffing van de
verplichte halvedagsluiting op woensdagmiddag, eventueel tot vervanging
van deze sluiting door een verplichte sluiting op maandagmorgen, voor kennis
geving aan te nemen, besloot U op 31 oktober j.l. een motie te aanvaarden
van de heren Engels en Vellenga. In deze motie werd ons college uitgenodigd
"om opnieuw in overleg te treden met de Kamer van Koophandel en Fabrieken,
teneinde een oplossing te vinden, die voldoet aan hetgeen wordt gevraagd door
de Commissie van Centrumwinkeliers, zonder dat de verplichte halvedagsluiting
wordt afgeschaft".
Ter uitvoering van deze motie hebben wij nader overleg gepleegd met de
Kamer van Koophandel en Fabrieken. D.d. 27 december 1967 deed de Kamer ons een
nieuw advies toekomen, dat bij de stukken ter inzage ligt. Wij ontlenen
hieraan het volgende.
1. Tussen centrum- en wijkwinkeliers heerst een duidelijke tegenstelling
Op praktische gronden is het niet mogelijk hieraan tegemoet te komen door
invoering van een afzonderlijke regeling voor beide groepen.
2. Het invoeren van verplichte sluiting voor alle winkels op een andere halve
dag dan de woensdagmiddag - als hoedanig, gelet op het verzoek van de
centrumwinkeliersalleen nog maar in aanmerking zou kunnen komen de maan
dagmorgen- is niet te rechtvaardigen, nu uit de door de Kamer eerder gehou
den enquête reeds is gebleken, dat 64^ der geënquêteerden daar tegen is.
3» Van de zijde der winkeliersorganisaties is thans de suggestie naar voren
gekomen om "in het belang van alle betrokkenen en ter vermijding van discri
minatie tussen de verschillende branches de gehele halvedagsluiting buiten
werking te stellen". De organisaties vertrouwen er verder op, dat een vrij
willige regeling in onderling overleg, die voor iedere winkelier zakelijk
het beste verantwoord is, zeer wel bereikbaar is. De belangen van het
winkelpersoneel komen hierbij in het geheel niet in het gedrang. De Kamer
sluit zich bij deze zienswijze aan.
4. Voor vier groepen geldt hier ter stede reeds sinds jaren geen verplichte
sluiting meer, zonder dat dit ooit tot klachten aanleiding heeft gegeven.
Het betreft de bakkers-, vis-, chocolaterie- en drankwinkels.
Bovendien is bij de aanbieding van de begroting voor 1968 van regeringswege
een versnelde invoering van een vrijere regeling op het gebied van de winkel
sluiting in uitzicht gesteld.
Op grond van dezo overwegingen handhaaft de Kamer haar eerder advies om
over te gaan tot opheffingeventueel bij wijze van proef, van de verplichte
sluiting op woensdagmiddag voor kruideniers-, molk-, groente- en tabakswinkels,
zonder vaststelling van een andere halvedagsluiting voor deze branches. Daar
naast bestaat nu harerzijds geen enkel bezwaar meer tegen algehele intrekking
van de Verordening ingevolge artikel 4 van de Winkelsluitingswet 1951 (halve-
dagsluiting)
Naar onze mening heeft de Kamer van Koophandel bij het uitbrengen van het
nadc-re advies niet voldaan aan ons verzoek, gedaan ingevolge bovenaangehaalde
motie, om alternatieve mogelijkheden te noemen. Deze motie vraagt immers om
oen oplossing, die - zo mogelijk - dient te voldoen aan hetgeen wordt verzocht
door do centrum-winkelierszonder dat hot instituut der halvedagsluiting als
zodanig wordt afgeschaft.
Teneinde U zo volledig mogelijk te kunnen informeren hebben wij zelf onder
do belanghebbenden oen enquête gehouden.