■BIÉÜ Instandhouding van de gemeentelijke kleuterschool "De Tuinfluiter Bijlage no. 420 Leeuwarden, 16 oktober 1968. Aan de Gemeenteraad, De gemeentelijke kleuterschool "De Tuinfluiter", Tuinen 40, wordt als gevolg van de ontvolking van de binnenstad bezocht door een aantal kleuters, dat lager is dan het voor een gemeente met 50.000 of meer doch minder dan 100.000 inwoners geldende minimum van 60 Het gemiddeld aantal kleuters, dat als werkelijk schoolgaand bekend stond, bedroeg over: 1962: 36,8, 1963: 36,1, 1964 s 37,6, 1965: 39,8, 1966: 38,1 en 1967: 35,7. Het gemiddeld aantal werkelijk schoolgaande kin deren zal over 1968 ongeveer 33 bedragen. De school is sedert 1 januari 1962 éénklassig en wordt thans bezocht door 28 kleuters, terwijl op de wacht lijst nog 3 niet-vierjarigen staan. Artikel 11, eerste lid, van de Kleuteronderwijswet bepaalt, dat de ge meenteraad vóór 1 februari besluit tot opheffing van een openbare kleuter school, waarvan het aantal kleuters, berekend naar de maatstaf van artikel 20, gedurende drie achtereenvolgende jaren minder bedraagt dan het in het tweede lid van artikel 9 der wet bedoelde aantal kleuters, in casu dus 60. Het tweede lid van artikel 11 biedt echter de mogelijkheid, dat de Minister van Onderwijs en Wetenschappende Onderwijsraad gehoord, op verzoek van de gemeenteraad in bijzondere gevallen voor een jaai- of tot wederopzeg ging bepaalt, dat de school in stand wordt gehouden, ook al is het aantal kleuters minder dan het wettelijk voorgeschreven minimum, mits dit aantal niet minder bedraagt dan 20 kleuters. Van deze mogelijkheid is reeds een aantal malen gebruik gemaakt. Laat stelijk hebt u op 9 oktober 1967 besloten een verzoek om'instandhouding van "De Tuinfluiter" tot de Minister te richten. Bij beschikking van 23 februari 1968, kenmerk KB0.362545, heeft de Staatssecretaris van Onderwijs en Weten schappen bepaald, dat de school over 1968 in stand kan worden gehouden. De positie van "De Tuinfluiter" moet derhalve thans opnieuw worden bezien. Hoewel een stijging van het aantal kleuters niet is te verwachten, menen wij, dat er aanleiding bestaat te bevorderen, dat de school ook in 1969 in stand wordt gehouden. De instandhouding van "De Tuinfluiter" hangt nauw samen met de positie van de omliggende kleuterscholen. Bij eventuele opheffing zouden de kleuters namelijk moeten worden overgeplaatst naar één van de scholen "De Lijster" (Sint Jobsleen 257), "De Grutto" (Tjerk Hiddesdwarsstraat 1of "De Tureluur" (Zuidvliet 228). "De Grutto" wordt thans bezocht door 94 kleuters, terwijl nog 20 niet- vier jarigen op de wachtlijst staan. Het maximum aantal kleuters, dat op deze school kan worden toegelaten, bedraagt 96, zodat overplaatsing van kleuters afkomstig van "De Tuinfluiter" naar deze school over enkele weken niet meer mogelijk zal zijn. Het aantal leerlingen van "De Tureluur" bedraagt thans 78 Op de vracht lijst van deze school staan nog 17 niet-vierjarigenDe kleuterschool "De Lijster" wordt bezocht door 51 kleuters en heeft een vrachtlijst van 3 niet- vier jarigen Bij opheffing van "De Tuinfluiter" zullen 22 kleuters naar "Do Tureluur" en 6 naar "De Lijster" moeten worden overgeplaatst. De bezetting van "De Tureluur" zal dan 100 en van "De Lijster" 57 kleuters worden, terwijl dan op de vrachtlijsten respectievelijk 19 en 4 niet-vier jar ige kleuters sullen zijn vermeld. Bij deze situatie zou opheffing van "De Tuinfluiter" mogelijk zijn. Het gevolg zou zijn dat "De Tureluur" binnen afzienbare tijd een volledige bezetting verkrijgt en voor de verdere duur van het schooljaar geen kinderen meer kan opnemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 145