woningbouwcorporaties aan do gemcprntó wordt uitgekeerd. In het over
zicht van koeten en baten (bijlage 4) vallen dose bedragen tegen
elkaar neg. In genoemde bijlage worden slechts de saldi van der
gelijke gclijkso'ortige kosten en baten verwerkt. Het totaal van
bijlage 4 is hierdoor lager dan het totaal ve.n de hoofdstukken
I t/ra XIII van de gemeentebegroting.
Bijlage 5 bevat een overzicht van het verloop der kosten- en
batengroepc-n van de algemene dienst der gemeente over de jaren
1965 "t/m 1969 met een toelichting op de belangrijkste verschillen
tussen de raningscijfers volgens de primitieve begroting voor
1968 en die in do ontvorp-gem'eontebegroting voor 1969.
Raming der uitgaven
Ook thans lijkt hot ons dienstig enkele opmerkingen te maken over
de wijze, waarop do voor 1969 geraamde kredieten tot stand zijn
gekomen
De kredieten zijn in de eerste plaats afgestemd op de voor
zieningen, waarvoor ook in de primitieve begroting voor 1968 kosten
zijn geraamd. Bovendien is rekening gehouden net de in i960 tot
stand gekomen nieuwe voorzieningen en met de in dit jaar genomen
besluiten van de Raad, die tot nieuwe uitgaven hebben geleid.
Op enige posten zijn bedragen geraamd, die verband houden net
noodzakelijke of wenselijke uitbreidingen van het voorzieningen
niveau. Uij denken hierbij aan personeelsuitbreiding, kapitaals-
lasten van nieuwe werken, subsidieverhogingenexploitatiekosten
van nieuwe scholen enz. Bij de bespreking van verschillende be
langrijke onderdelen van de gemeentehuishouding in hot vervolg van
do aanbiedingsbrief zullen wij hierop terugkomen. Tevens zij ver
wezen naar de in bijlage 3, 4 en 5 opgenomen specificaties. Ten
aanzien van enkele groepen uitgaven willen wij echter ook op dozc
plaats eon toelichting geven.
Do personeelslasten zijn-.op do functionele posten geraamd
overeenkomstig de in het voorjaar van i960 geldende salarisschalen.
De sindsdien opgetreden wijzigingen zijn nog niet in do functionele
posten van do begroting verwerkt. Aangezien de raming van dc gemeen
tofondsuitkeringon conform do brief van de Minister van Binnenlands
Zaken van 28 juni i960, aid. F.B.B., nr. F 68/U 1428, is afgestemd
op de op 1 juli 1968 geldende salarisvoorschriften, is alsnog in de
raming van volgnr. 632 van de gemeentebegroting een mot dc kosten
van genoemde nieuwe salarismaatregelen overeenkomend bedrag van
f.150.000,opgenomen.