T - 17 Dit bedrag is deresultante van de spanning tussen enerzijds de eis, dat de voorzieningen voortdurend moeten worden verbeterd cn uitgebreid, en anderzijds do omvang van de middelen, die uit het Gemeentefonds en uit 's Rijks kas aan de gemeente toevloeien. Voorzover die middelen in onvoldoende mate beschikbaar komen, zullen de eigen gemeentelijke heffingen voor zoveel als mogelijk is soelaas moeten bieden, doch ook daaraan zijn grenzen. Dekkings- De belangrijkste inkomstenbronnen van do gemeenten worden ge- raid cl cl on -1—vormd door de geneentefondsuitkeringen en de rijlcsuitkoringen voor bepaalde voorzieningen. Daarnaast moeten gemeentelijke belastingen en inkomsten uit bezittingen en dienstverleningen de voor het voe ren var. de gemeentelijke huishouding benodigde middelen opleveren. In hot sinds het verschijnen vs„n de vorige aanbiedingsbrief verstreken ja.ar zijn op het gebied van do gemeentelijke inkomsten bronnon enige, nogal ingrijpende wijzigingen opgetreden. I-let name het inwerkingtreden v.an de Algemene wet bijzondere ziektekosten en de Y/et op hot voortgezet onderwijs hebben tot belangrijke wij- zigingen geleid. De gemeentefo-ndsuitkeringen voor sociale zorg is aanmerkelijk lager geraamd en de gemeentefondsuitkering voor hot v.g.l.o. en u.l.o. is vervallen. Daar staat tegenover, dat nu voor het l.a.v.o.—IvO.a.o. en het m.a.v.o. rijksuitkeringen kunnen worden geraamd en dat voor het muziekonderwijs (vakopleiding op een aanzienlijk hogere uitkering kan worden gerekend. De uit keringen voor de nijverheidsscholen zijn -evena„ls de uitgaven ter zake van die scholen- geheel uit de gemeentebegroting verdwenen. Edn en ander bemoeilijkt een vo?:golijking van de inkomstenramingen voor i960 en 1969. Ren volledig overzicht van de thans geldende regelingen op het gebied van de Financiële verhouding en de rijks uitkeringen is opgenomen in bijlage 2. I11 die bijlage wordt tevens een samenvatting gegeven van de bepalingen van het ontwerp van wet, betreffende de wijziging van het gemeentelijke belastinggebied. De eigen inkomsten van dö gemeente zijn in hoofdzaak geraamd volgens dezelfde maatsto.ven als voor 1968. Het e.ccrös ten opzichte ve.n de raming van 1968 houdt voor een belangrijk deel verband met de verdergaande stadsuitbreiding. De opbrengst van de hoofdsommen 1 en opcenten op de grond- cn personele belasting en van de straatbe lasting stijgt hierdoor elk ja.ar in ongeveer gelijke mate. Do veemarktrechten zijn, evenals de reinigingsrechten en de loges, onlangs verhoogd. Een voorstel tot verhoging van de begrafcnisrcchtc za.l U binnenkort bereiken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1968 | | pagina 170