No. 18030
DE RAAD DER GEMEENTE LEE WAR DEN 5
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 6 novem
ber 1968 (bijlage no. 445)l
gelet op de artikelen 17O en 228 der gemeentewet;
E S L U I T s
I. in te trekken zijn besluit van 31 oktober 1967? no. 1605A, inzake het
garanderen van de 'betaling van rente en aflossing van een door de "Stich
ting tot oprichting en instandhouding van één of meer Christelijke Scho
len voor Buitengewoon Lager Onderwijs voor Leeuwarden en Omstreken",
gevestigd te Leeuwarden met de "Algemeene Friesche Levensverzékering-
Maatschappij"te Leeuwarden, te sluiten geldlening maximaal groot
900»000,voor de financiering van de Stichtingskosten van een school
voor buitengewoon onderwijs aan de Tylkedam te Leeuwarden;
II. de Gemeente, onder afstand van de voorrechten van uitwinning en schuld
splitsing en van alle andere voorrechten en exceptiën bij de wet aan
borgen toegekend of nog toe te kennen, in het bijzonder ook van de
voorrechten welke zij te harer bevrijding zou kunnen ontlenen aan hot
bepaalde in de artikelen 1466, 1885, 1886 en 1887 van hot Burgerlijk
Wetboek, te stellen tot borg voor de "Stichting tot oprichting en in
standhouding van één of meer Christelijke scholen vooi Buitengewoon
Lager Onderwijs voor Leeuwarden en Omstreken" gevestigd te Leeuwarden
tot zekerheid van de nakoming van al de verplichtingen voor genoemde
Stichting voortvloeiende uit een door haar met de Algemeene Friesche
Levensverzekering-Maatschappij, gevestigd te Leeuwarden, te sluiten
overeenkomst van geldlening, welke overeenkomst zal worden aangegaan tot
een bedrag van de door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde stich
tingskosten van een school voor buitengewoon onderwijs a.n de Tylke-
dam te Leeuwarden, maximaal groot f 900.000,--, tegen een koers van
100fo en verder onder de voorwaarden, welke door de stichting met geld-
geefster in de van de overeenkomst van geldlening op te maken akte zul
len worden overeengekomen, als onder meers
dat de lening wordt opgenomen in 8 termijnen, waarvan de eerste termijn
groot 150.000,de tweede tot en met de zevende termijn ieder groot
100.000,-- en de laatste termijn ten hoogste 150.000,-- groot zullen
zijn, de eerste termijn vallende op 1 december 19^7 de laatste ter
mijn op een nader overeen te komen datum;
dat de lening een looptijd zal hebben van 40 jaar;
dat van het onafgeloste gedeelte van het bedrag der lening door geld-
neemster een tegen 6-fiffo per jaar te berekenen rente zal worden betaald,
halfjaarlijks te voldoen;
dat de bereidstellingsprovisie 1 °/o bedraagt;
dat het jaarlijks af te lossen bedrag zal worden bepaald als de son
van
>1
2;Ah van de grond-, bouw- en inrichtingskosten,
zijnde begroot op
5e/o van de kosten van het meubilai:
begroot op
;ijnde
847.000,—
- 20.000,--
transoorteren
867.OOO,--
V- C H" Tinrr iTlWT^ m mrïii