23. Verschillende gemeentelijke be drijven voeren voor andere on derdelen van de gemeentelijke huishouding werken uit. Hieruit kunnen financiële consequenties met betrekking tot de heffing van omzetbelasting voortvloeien. Deze kwestie verdient de aan dacht Zal in verband hiermede eventu eel een wijziging in de orga nisatie nodig zijn? 24. Is het wel zo logisch en is het wel noodzakelijk dat het in wer king treden van dc- Wet Omzetbe lasting 1968 zal leiden tot het duurder worden van gas en elek triciteit? De Energiebedrijven maken toch aanzienlijke winsten. gemeenten toestemming te verlenen voor de financiering van bepaalde nader aan te wijzen investeringen met geldleningen van plaatselijke financiële instellingen of in stitutionele beleggers. Deze toe stemming zal echter alleen worden gegeven, wanneer het rendement van de aan te trekken geldleningen tenminste 1/4 fa lager is, dan dat van de leningen, die tegelijkertijd door de N.V. Bank voor Nederlandschc Gemeenten worden aangeboden. De eis van een rendement-écart van 1/4 heeft tot doel, tezamen met de eis van het plaatselijk belang, die voor deze lening wordt gestold, een duidelijk burgerzinelement tot uitdrukking te doen komen. Een mogelijkheid voor het verlenen van een algemene ontheffing van do centrale financiering voor bepaal de groepen gemeenten achten wij niet aanwezig, omdat een zo ruime toepassing van de ontheffingsbe- paling de centrale financiering in ernstige mate zou ontkrachten. De gemeenten waar in bijzondere mate stimulering van de investe ringen noodzakelijk is, zuilen o.i. binnen het kader van de centrale financiering een speciale priori teit moeten krijgen. Verwezen wordt naar het bij de stukken ter inzage liggende "Over zicht heffing B.T.V.". Er zijn geen moeilijkheden te ver wachten die zouden noodzaken tot oen wijziging van de organisatie. De tarieven voor kleinverbruikers van gas en electriciteit zijn door de Raad inmiddels opnieuw vastge steld in zijn vergadering van 6 januari 1969 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1969 | | pagina 154