De verwerving van de percelen aan de Oldegalileën is voor de Gemeente
ven belang in verband met de toekomstige sanering van dit gebied.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en l/ethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No. 20608.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 december
1968 (bijlage no. 20
BESLUIT:
I. met de Stichting Leeuwarder Industriegebouwen, gevestigd te
Leeuwarden, een overeenkomst van grondruil aan te gaan, waarbij
a. de gemeente Leeuwarden van de Stichting voornoemd in eigendom
overneemt
1. het perceel industrieterrein, kadastraal bekend gemeente
Huizum, sectie E, no. 1219, groot 2998 m2gelegen ten oosten
van en aan de Pascalstraat
2. het perceel industrieterrein, kadastraal bekend gemeente
Huizum, sectie E, no. 981, groot 7944 m2gelegen ten zuiden
van en aan de James Wattstraat;
3. de percelen kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F,
nos. 2261, 2262 en 2278, samen groot 248 m2waarop staan de
panden Oldegalileën 31 en 33;
b. de gemeente Leeuwarden aan de Stichting voornoemd in eigendom over
draagt een op de bij dit besluit behorende tekening blauwomlijnd
aangegeven industrieterrein, deel uitmakende van het industrie
gebied "Schenkenschans", welk terrein een oppervlakte heeft van
olm. 16.500 m2,
een en ander onder de volgende bedingen:
1. de ruiling geschiedt onder betaling van een toegift, groot
26.509aoor ae Stichting Leeuwarder Industriegebouwen aan
de gemeente Leeuwarden;
2. de begrenzing van het onder b. oedoelde terrein zal door de land
meetkundig ambtenaar van de Dienst der Openbare i/erken van de
gemeente Leeuwarden ter plaatse worden aangegeven; ov^r- of onder
maat tengevolge van daarna ambtshalve plaats vindende kadastrale
opmeting van het onder b. bedoelde terrein kan geen aanleiding
geven tot verhoging of verlaging van de onder 1 bedoelde toegift;
3. de noordelijke grens van het onder b. bedoelde terrein dient in
zeroand met het onderhouden van de oeververdediging te worden ge
trokken op een afstand van 90 cm. uit de kruin van het door de
Gemeente gemaakte talud (landinwaarts)j'
4-. de verkrijgstor van het onder b bedoelde terrein verplicht zich
om op haar kosten en ten genoegen van do directeur van de Dienst
der Openbare Werken van de gemeente Leeuwarden langs de noordelijke
oever van het verkregone, waaraan schepen worden gemeerd, een
t idoend aantal meerpalen oi steigers aan te brengen, zulks ter
bescherming van de door de Gemeente aangebrachteoeververdedigingj
5. c.e verkrijgster van het onder b. bedoelde terrein moet gedogen,
dat personeel van de gemeente Leeuwarden (zo nodig met medeneming
van onderhoudsmateriaal) te allen tijde via net blauvomlijnde
perceel toegang heeft tot het bij de Gemeente in eigendom ver
blijvende perceel gelegen langs de westzijde van het blauwomlijnde
n strekt
boudswerk aan het gemeenteterrein;
- 2 -