ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING op do instructie voor de ambtenaren van het
bouw- en woningtoezicht,
In de instructie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht aan de formu
lering van de Bouwverordening.
Artikel 2.
In artikel 15 van de Bouwverordening wordt te zamen met de nadere
regelen die burgemeester en wethouders kunnen vaststellen, voorge
schreven op welke wijze een aanvraag moet worden ingediend, Het gedag
tekend ontvangstbewijs is belangrijk in verband net de sermijn van twee
maanden binnen welke ingevolge artikel 50 van de Woningwet op de aan
vraag moet worden beslist. Het is daarom van belang om het ontvangstbe
wijs niet af te geven, indien de s-tukken niet voldoen aan de in artikel
15 van de Bouwverordening bedoelde voorschriften.
Artikel 5»
In dit en de daaropvolgende artikelen wordt gesproken van aanvrager,
waaronder in overeenstemming met artikel 15 van de Bouwverordening mede
kan worden verstaan de door de aanvrager aangewezen gemachtigde.
Indien mocht blijken uit het onderzoek dat een bouwvergunning niet ver
eist is, is het gewenst hiervan aantekening te maken, ten einde even
tuele twijfel hieromtrent uit te sluiten.
Artikel 4«
Naast de gegevens die in de zin van artikel 15 van de Bouwverordening
wel voldoende zijn, kan het mogelijk zijn dat voor de juiste beoordeling-
van het bouwplan nog meer gegevens vereist zijn. Hierin voorxi.èt dit
artikel.
In verband met de in artikel 50 van de Woningwet gestelde termijn von
twee maanden, waarbinnen op de aanvraag moet worden beslist is het
nuttig om in overleg met het hoofd van bouw- en woningtoezicht voor he4'
indienen van de nodige gegevens een termijn te stellen, die in hot
algemeen en voor alle gevallen van korte duur kan zijn, bijv, "0 dagen.
Indien het bouwplan niet kan worden beoordeeld in verband met her n:'e'-
indienen van de voor de beoordeling nodige gegevens, zal dit voor
burgemeester en wethouders aanleiding kunnen zijn tot het niet ontvanke
lijk verklaren van de aanvraag.
Artikel 6.
Boor een meer of minder geringe verandering in het bouwplan is het veelal
mogelijk do eventuele strijd met een bestemmingsplan of de in de Bouw
verordening gegeven voorschriften op te heffen.
Artikel 7»
Een bouwplan dat mot de publiekrechtelijke bepalingen van de wet en/of
verordening overeenstemt, tengevolge waarvan een bouwvergunning moot
worden verleend, kan soms niet worden verwezenlijkt omdat het gebruik van
het te verwezenlijken bouwplan bijv. in strijd komt met de op grond van
de Hinderwet te stellen eisen of omdat het bouwwerk in strijd komt met
oen erfdienstbaarheid, Het is voor het bouw- en woningtoezicht niet moge
lijk al deze belemmeringen te weten. Het behoort evenwel tot de juiste
uitoefening van do taak van oen ambtenaar dat hij, voor zover hij van
eventuele belemmeringen konnis draagt, hiervan aan de aanvrager mode
deling doet.