m&é
(oij
- 21 -
In totaal zijn hiermede tientallen miljoenen guldens gemoeid.
In het afgelopen jaar hebben wij enkele contacten gehad over de
vestiging van nieuwe industriële ondernemingen. Deze contacten heb
ben (nog) niet geleid tot de vestiging van een nieuw bedrijf. Een van
de knelpunten hierbij vas de krappe arbeidsmarkt, een faktor, waarmee
ook in Leeuwarden langzamerhand rekening moet worden gehouden. Voor
Leeuwarden bijzonder verheugend was het besluit van een groot concern
om de productie van een vestiging elders in den lande naar de vesti
ging in Leeuwarden over te brengen.
De dienstensector werd opnieuw versterkt met enige nieuwe vesti
gingen en met de uitbreiding van bestaande diensten en bedrijven.
De algemene fusiegolf liet ook het bedrijfsleven in Leeuwarden
niet onberoerd. Kaar het zich laat aanzien zullen hieruit echter meer
positieve ontwikkelingen voortvloeien dan negatieve.
Wij menen dan ook te mogen stellen, dat de economische ontwikke
ling van Leeuwarden, gezien de situatie waarin onze Gemeente reeds
jaren verkeert, redelijk goed is te noemen, doch dat deze ontwikke
ling iets wordt geremd door de relatieve schaarste aan bepaalde cate
gorieën arbeidskrachten. Met het oog op de ontwikkeling op de lange
termijn en gelet op de achtergronden en doelstellingen, die wij U in
voorgaande jaren bij de aanbieding van de ontwerp-begrotingen uitvoe
rig schetsten, blijft het - ondanks de huidige arbeidsmarktsituatie -
noodzakelijk een actief industrialisatiebeleid te voeren. Dat beleid
zal vooral gericht moeten zijn op bedrijven met hoog-gekwalificeerde
werkgelegenheiddie bij verplaatsing hun personeel mee laten ver
huizen of van elders personeel aantrekken dan wel jonge, goed opge
leide arbeidskrachten, die anders weg zouden trekken, hier kunnen
vasthouden. In dit verband verwijzen wij overigens naar onze beschou
wingen in hoofdstuk II, onder 3.
VII. Ruimtelijke ordening.
Kaar aanleiding van onze raadsbrieven van 27 november 1968 en
16 april 1969, respectievelijk bijlagen nos. 446 en 142hebt U uit
voerig beraadslaagd over de werkzaamheden, welke op het terrein van
de ruimtelijke ordening moeten worden verricht. Het lijkt ons over
bodig daaraan thans weer uitvoerige beschouwingen te wijden. In
hoofdstuk II van deze brief hebben wij een en ander opgemerkt over
de in de loop van 1969 getroffen organisatorische maatregelen. Wij
vertrouwen, dat deze er toe zullen leiden, dat spoedig verschillende
plannen ter visie kunnen worden gelegd en daarna aan U ter vaststel
ling kunnen worden aangeboden.