- 2 - Bovendien kan do aanvrager, indien een door hem gevraagde vergunning gewei] gord is, bij ÏT in bcroe; komen. Gezien het feit dat, zoals reeds eerder is opgemerkt, tegen het verlJ nen der vergunning geen beroep mogelijk is, geven wij U in overweging het] schrijven van de heer Kooistra voor kennisgeving aan t, nemen. 5urgemeester en Wethouders van Leeuwarden. J.S. Brandsma Burgemeester de Jong Secretaris. Schrijven van de heer Kooistra, Dennenstraat 80, alhier, handelende over een docr ons verleende bouwvergunning voor het perceel Dennenstraat 72. Bijlage no. 101. Leeuwarden, 18 maart 197^. Aan do gemeenteraad, Op 9 maart j.l. is een schrijven ingekomen van de heer p. Kooistra, Dennenstraat 80, alhier, handelende over een door ons bij besluit van 7 ok tober 1969 aan de heer R. Schaafsma verleende vergunning voor het vergroten van zijn woning Dennenstraat 72, door het maken van een aanbouw. De onderha vige bouwvergunning met bijlagen is voor U bij de stukken ter inzage gelegd. Hieromtrent merken wij het volgende op. Het bouwplan diende getoetst te worden aan het verouderde van 1942 daterende, uitbreidingsplan "Noord en Oost" en bleek hiermee in strijd. De gevraagde vergunning zou dan ook moeten worden geweigerd. Het bouwplan was evenwel in overeenstemming met bet in voorbereiding zijnde bestemmings plan t Heechterp". Toon eveneens bleek, dat de heer Schaafsina dringend be hoefte had aan een vergrote woning, hebben wij gemeend toepassing te moeten geven aan het bepaalde in artikel 20 der WederopbouwwetToepassing van be doeld artikel hield onder meer in, dat de eigenaren van de aangrenzende en nabijgelegen percelen in de gelegenheid zijn gesteld hun eventuele bezwaren togen het voorliggende bouwplan kenbaar te maken. Hen tiental eigenaren heefd verklaard goc-n bezwaren tegen hot oprichten van aanbouwen als de onderhavige te hebben. De overige eigenaren hebben evenwel nagenoeg eensluidende bezwaar schriften ingezonden. De hierin vermelde bezwaren hebben punt van ernstige overweging uitgemaakt. V/ij zijn evenwel tot do slotsom gekomen, dat de be zwaren niet van dien aard waren, dat de door do heer Schaafsina gevraagde ver gunning zou moeten worden geweigerd. Voor de overwegingen, welke tot hot ver lenen van de bouwvergunning hebben geleid, verwijzen wij kortheidshalve naar hot ter inzage gelegde besluit. Gedeputeerde Staten van Friesland hebben op 20 januari j.l. hun goed keuring aan voormeld besluit gehecht. Zij overwogen hierbij, dat, hoewel zij begrip hebben voor do bezwaren van rek1am an t ondeze niet opwegen tegen de verhoging van het woongerief, hetwelk met het oprichten van aanbouwen als de onderhavige wordt beoogd. Bij schrijven van 17 februari j.l. hebben wij do indieners Van de be zwaarschriften, onder toezending van een afschrift van het desbetreffende besluit, geïnformeerd omtrent de goedkeuring van ons besluit door Gedeputeer de Staten. Haar aanleiding van voormeld schrijven heeft een lid van ons college enige tijd geleden een onderhoud gehad mot o.m. de heer Kooistra. Reklamant is toen gewezen O] >t eitlat i j t< n t rtikcl 20 der Vodoropbouwwet verleende vergunning geen beroep kan instellen, maar dat z ,n 1 I li ion, odra h w rp-bos1 nin l li n ter nza- 1. Indi plan t -p" rechtskracht verkrc n, sent, lij :h; -- raad hom, in- nin i to laan, o] siji "zc ihadevorgoodii tool nnen. In tl Ida a stadi n lor Lij r soniet re- 1cvant D 1 cning 1 t, 1 het toe 1 en van artikel 20 dor - - r o be vai 1 roc rl vi j t i i s z0 ii erv or ui i i sot, htswaarl ron. 'i rken wi,; voor artikel met inz .ng van nugustu; s. .1 vervallen. arkii r l tra, t dj sc rtgeli, czookon in mmii inder ingrij n- ar 1,1 sen, aura id rda niet juist.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 144