2 Verder is in de praktijk gebleken, dat nagenoeg nooit wordt deelgeno men aan de Premiespaarregeling Verhuiskosten van de Stichting Volkscrediet, De mogelijkheid daarop een premie te geven, behoeft naar onze mening niet weer te worden opgenomen. De tegemoetkoming in de kosten van verhuizing was bepaald op een vast bedrag van 250,--. Dit bedrag ware te verhogen tot 1.000,--. Gehand haafd kan worden de bepaling, dat bovendien een tegemoetkoming kan worden verkregen voor duurder wonen, n.l. 50i<> van het verschil tussen de huur van de oude en de nieuwe woning. Beide uitkeringen tesamen zullen een bedrag van 1.500,niet mogen overschrijden, hetgeen gezien de ervaringen met de oude regeling in de praktijk zeer weinig zal voorkomen. Het Rijk verleen een maximale bijdrage van 80van 1.500,-- is 1.200,--. De bevoegdheid om in bijzondere gevallen hogere bed.ragen uit te keren, ware, gelet op de aanzienlijke verhoging van de tegemoetkoming, niet weer op te nemen. Volgens de oude regeling ontvangt degene, die verhuist naar een bejaardentehuis e.d. een vast bedrag van 250,-- en eveneens een vast bedrag van 100,-- voor duurder wonen. Deze bedragen kunnen onzes inziens worden verhoogd tot resp. 750,-- en 200,--. De toepassing van de oude Krotopruimingsregeling is gedelegeerd aan de gemeentesecretaris. Voor de Doorstromingsregeling was deze delegatie niet van toepassing. Nu de bepalingen over de krotontruiming en de door stroming in één regeling worden onder gebracht en de delegatie in dit ge val in de praktijk geen vereenvoudiging betekent, kan de delegatie verval len Bepalingen inzake de doorstroming. De bijdrage voor de doorstroming, aanvankelijk vastgesteld op 1.00C is met ingang van 1 januari 1968 verlaagd tot 750,--. Gelet op de nieuwe regeling, waarin de rijksbijdrage is bepaald op 80°/o van maximaal j. 1.250,- (is 1.000,--) per doorstroming, zal de gemeentelijke vergoeding thans kunnen worden vastgesteld op 1.250,--. In de oude Doorstromingsregeling is bepaald, dat, om voor een vergoe ding in aanmerking te komen, de te ontruimen woning moet liggen in de huur- klasse van 50,-- tot 110,per maand, gerekend op basis van 1 decem ber 1966. De Minister bepaalt thans geen minimum. Het maximum wordt gesteld op 140,--. indien plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan van dit maximum worden afgeweken. Wij zijn van mening ook geen minimum meer te moeten stellen. Met het oog op het algemeen huurpeil in onze gemeer.' te ware de rnaximum-huur voor de te verlaten woning echter niet te bepalen op 140,-- doch op 120,--. Daarbij achten wij het wenselijk te bepalen dat ook geen vergoeding wordt toegekend, indien de huur van de ontruimde woning voor de nieuwe huurder hoger wordt dan het gestelde maximum van 120','-- per maand. De Minister noemt geen minimum huur voor de nieuw te betrekken woning. Het criterium is nu, dat de huur van de nieuwe woning tenminste ^>0°/o hoger moet zijn dan de huur van de ontruimde woning. Geen tegemoetkoming mag worden verleend, indien de huur meer dan ƒ.2: per maand bedraagt. Als nieuw element hebben wij in de ontworpen regeling ingevoerd, dat het toekennen van de doorstromingspremie afhankelijk wordt gesteld van inkomensgrenzen. Daartoe hebben wij in de ontwerpverordening normbedragen ingebouwd, die hierop neerkomen, dat bij netto-inkomens tot 9*500,-- omgeveer l/7 deel van het inkomen en bij hogere inkomens onge veer l/6 deel aan huur moei5?worden uitgegeven om voor een tegemoetkoming in aanmerking te kunnen komen. De bepaling, dat geen vergoeding wordt toegekend bij verkoop van de ontruimde woning ware te handhaven; evenzo de bepaling, dat geen tegemoet koming wordt verleend bij verhuizing van een bovenwoning, een flatwoning, een maisonnette of een duplexwoning naar een eengezinshuis. 5 Deze bepaling is in de oude regeling opgenomen, omdat er van uit dat er geen aanmoedigingspremie nodig is om te verhuizen van een ning etc. naar een eengezinswoning. Wij achten het gewenst de toekenning van een tegemoetkoming lijk te maken bij verhuizing van een goedkope huurwoning naar een eigen woning, echter met deze restrictie, dat de koopsom van de eigen woning voors hands maximaal 30.000,— mag bedragen, waarbij voor erfpachtspercelen de waarde van de grond van dit bedrag dient te worden afgetrokken. De Minister open£ verder nog de mogelijkheid een regeling in het leven- te roepen voor verhuizing van grote naar kleine woningen. Het wil ons voor komen, dat het gelet op de ervaringen in het verleden, niet gewenst is hier voor voor onze gemeente een afzonderlijke premieregeling in het leven te roepen Yoor de uitvoering van de in ontwerp hierbij gevoegde regeling zal het noodzakelijk zijn een krediet beschikbaar te stellen. Gelet op het aan tal gevallen, waarin in 1969 bijdragen zijn toegekend, zal naar raming voors hands nodig zijn voor: a. krotontruiming: 90 x 1.500,-- lp5-000, b. doorstroming :170 x 1.250,-- 212.500,-- 347.50O,— is gegaan, bovenwo- ook moge- Hiervan komt ten laste van de gemeente 20rfo of 69-500, en ten laste van het Rijk 2 (8.000, Wij zijn van oordeel, dat voor deze hogere lasten compensatie van het rijk dient te worden verkregen en zullen pogingen aanwenden, opdat bij het vaststellen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds hier mee rekening zal worden gehouden. Zolang de betreffende minister zijn stand punt in dezen nog niet heeft bepaald, menen wij dat voor de dekking van het ten laste van de gemeente blijvende bedrag kan worden beschikt over een gedeelte van de algemene reserve. Onder mededeling, dat het advies van de Financiële Commissie voor U bij de stukken ter inzage is gelegd, stellen wij U voor: a. onder intrekking van de Bijdrageregeling Krotontruiming, vastgesteld bij Uw besluit ""-an 27 juni 1962, no. 7769 en gewijzigd bij Uw besluit van 11 maart 1964» no. 2738 en de Doorstromingsregeling, vastgesteld bij Uw besluit van 30 november 1966no. 17173 en gewijzigd bij Uw be sluit van 11 december 1967, no. 17625, vast te stellen de "Regeling geldelijke steun krotontruiming en doorstroming", zoals in bijgevoegd ontwerp is aangegeven; b. voor de uitvoering van de "Regeling geldelijke steun krotontruiming en doorstroming" een krediet ad 347-500,-- beschikbaar te stellen, waar van ten laste komt van het Rijk 80^6 is 278.000,--. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 187