-W
5
Artikel 8»
1. Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een verzoek om vergunning,
ontheffing, vrijstelling of veiligheidsverklaring ingevolge deze veror
dening binnen één maand nadat dat verzoek is ingekomen.
2. Zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen. Van een
verdaging doen zij de verzoeker vóór het verstrijken van de termijn, waar
binnen zij zonder verdaging een beslissing omtrent het verzoek hadden moe
ten nemen, schriftelijk mededeling.
3. Hetgeen is bepaald in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing -
met betrekking tot een verzoek om vergunning, ontheffing, vrijstelling of
veiligheidsverklaring, ten aanzien waarvan ingevolge artikel 6 het nemen
van een beslissing aan een ambtenaar is opgedragen.
Artikel 9»
Wanneer een verzoek om vergunning, ontheffing, vrijstelling of veiligheidsver
klaring ingevolge deze verordening bij burgemeester en wethouders of bij een
ambtenaar, aan wie ingevolge artikel 6 de beslissing op een zodanig verzoek is
opgedragen, wordt ingediend dan wel een beroep als bedoeld in artikel 6, derde
of vierde lid, wordt ingesteld, wordt aan de verzoeker onderscheidenlijk degene
die beroep heeft ingesteld, binnen één week nadat het verzoek onderscheidenlijk
het beroepschrift is ingekomen een bericht van ontvangst gezonden, onder meer ii
houdende de datum, waarop het verzoek of het beroepschrift is ingekomen, de te:
mijn, waarbinnen omtrent het verzoek onderscheidenlijk het beroep een beslissin;
moet zijn genomen, de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij niet-tijdig<
beslissing, de termijnen, waarbinnen beroep openstaat, bij welk orgaan beroep
lean worden ingesteld en bij welk orgaan het beroepschrift moet worden ingediend,
Artikel 10.
1. Tegen een besluit van burgemeester en wethouders, waarbij een vergunning,
ontheffing, vrijstelling of veiligheidsverklaring is geweigerd, ingetrok
ken of gewijzigd of aan een vergunning, ontheffing, vrijstelling of veilig
heidsverklaring voorwaarden zijn verbonden, alsmede tegen een besluit van
burgemeester en wethouders, genomen ingevolge artikel 6, zevende lid, kar
de betrokkene schriftelijk beroep instel.en bij de gemeenteraad.
2. De betrokkene kan teven schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad,
indien hij:
a. Ie. niet binnen de in artikel 8, eerste lid, gestelde termijn kennis heeft
kunnen nemen van een beslissing omtrent zijn verzoek, noch van een bericht
van verdaging van de beslissing omtrent dat verzoek;
2e. na verdaging niet binnen de krachtens die verdaging geldende termijn
kennis heeft kunnen nemen van een beslissing omtrent zijn verzoek;
b. Ie. niet binnen de in artikel 6, zevende lid, gestelde termijn kennis heeft
kunnen nemen van een beslissing van burgemeester en wethouders omtrent zijn
beroepschrift, noch van een verdaging van een beslissing omtrent dat beroep
schrift
2e. na verdaging niet binnen de krachtens die verdaging geldende termijn
kennis heeft kunnen, nemen van de beslissing omtrent dat beroep.
3. Het beroepschrift moet worden ingediend binnen één maand na de dag:
a. waarop betrokkene kennis heeft kunnen nemen van een beslissing op zijn
verzoek
b. waarop de termijn, waarbinnen een beslissing had moeten zijn genomen, is
verstreken.
Burgemeester en wethouders doen het beroepschrift, voorzien van hun advies,
binnen twee weken nadat het is ingekomen toekomen aan de in artikel II be
doelde commissie.
4. Op elke beschikking, als bedoeld in het eerste lid, wordt melding gemaakt
van de beroepstermijn en van de wijze waarop beroep kan worden ingesteld.